In november maakte ik mij op deze plaats weer eens op gepaste wijze kwaad: de wet tijdelijke huur woonruimte dreigde noodlottig te worden voor mijn cliënte. Wat was het geval? Suzanne, zo zullen we mijn cliënte noemen, had haar koopwoning verkocht omdat zij geen trappen meer kon lopen door een fysieke beperking. Via een makelaar had zij een mooi huurappartement gevonden, helemaal geschikt voor een bewoner met rolstoel et cetera. Mooi ingericht, een bak met geld daarvoor uitgegeven, want alles is duur tegenwoordig, zegt men. Maar dan plotseling , als cobraslag bij heldere hemel, bericht van de huisbaas: u kunt vertrekken, na twee jaar is uw huurcontract afgelopen. Dat veroorzaakt natuurlijk paniek. Suzanne bleek een contract van 30 bladzijden met kleine letters getekend hebben waarin, als je goed zoekt, staat dat voor twee jaar gehuurd werd en geen dag langer.

Dat was op dat moment, dankzij die domme wet, opgesteld door net zo domme Tweede Kamerleden, even toegestaan. Maar er is meer op aarde dan papier met een handtekening. Voor de rechter telt ook hoe het contract tot stand kwam, wat partijen met elkaar besproken hebben, wat de echte bedoeling van partijen was, et cetera. De makelaar had een hele lieve medewerkster in dienst, die dan ook luistert naar de naam “Kim”. Meisjes met zo’n naam moeten wel deugen. Dat bleek ook. Kim had alle begrip voor het probleem van Suzanne, die dringend een aangepaste woning nodig had. Kim kon dan ook namens de eigenaar een mooi huurappartement aanbieden  in de directe nabijheid dat voor minimaal een jaar gehuurd moest worden. Voor Suzanne uiteraard geen probleem, die was niet van plan van verhuizen een hobby te maken.

Wie had er nu gelijk? Suzanne die meende voor onbepaalde tijd gehuurd hebben, of de eigenaar die het na twee jaar wel welletjes vindt en de verhuiswagen al bijna besteld had? De kantonrechter (toevallig een meneer in opleiding, die doen altijd extra hun best) moest in kortgeding een mooi juridisch oordeel geven. En het werd een mooi oordeel: wat Kim allemaal tegen Suzanne had gezegd in de vele gesprekken is heel belangrijk, dat zou kunnen betekenen dat het papieren contract aan de kant geschoven moest worden. Hoe is het nu precies gegaan?? Dat weet de rechter op zo’n moment ook niet, dus zegt de rechter in het vonnis: zoek het eventueel uit in een gewone procedure met het horen van Kim of welke betrokkenen dan ook, die dan onder ede een verklaring moeten afleggen (waar mensen altijd heel zenuwachtig van worden).

Ondertussen geen ontruiming, want dat is te ingrijpend, ook omdat, ben je eenmaal uit huis gezet, een terugkeer niet mogelijk is. De woning is dan vaak opnieuw verhuurd aan anderen. En die hebben op hun beurt weer huurbescherming. Rechtspraak zoals het hoort: zwaaien met een contract is niet altijd zaligmakend, wat telt is wat partijen mogelijk echt met elkaar hebben afgesproken. We kunnen dus eenvoudig vaststellen: het grootkapitaal (de eigenaar is heel rijk) is een zware slag toegebracht en Suzanne kan lekker in haar eigen appartement  blijven wonen. 2025 is in ieder geval rechtvaardig begonnen.

Ton Rhijnsburger

Stichting Sociaal Advocaten Rotterdam
Crooswijksesingel 34
3034 CJ Rotterdam
Tel. 010-4044085 direct of 010-4650966 algemeen
Fax: 010-465 40 39
E: rhijnsburger@sociaaladvocatenrotterdam.nl

W: www.sociaaladvocatenrotterdam.nl


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.