Ik wist niet wat ik wilde worden. Dat lijkt me logisch als je 18 bent. Technische studies vielen gelukkig direct af, ik doe vijf uur over het plakken van een fietsband. Daar heb ik overigens wat op gevonden, mijn vrouw kan het in 15 minuten. Schrijven, bijvoorbeeld journalist, dat leek mij wel wat. Een journalist stond toen nog in hoog aanzien. En na het werken kon je naar een zogeheten journalistencafé, wat zeker een goede arbeidsvoorwaarde genoemd kan worden. Het werd de rechtenstudie, voornamelijk omdat mijn moeder op een deurwaarderskantoor werkte. Ik heb geen spijt van die keuze. Het vak van advocaat is tenslotte het laatste echte ambacht zonder dat je direct “teamplayer” moet zijn, of, nog erger,  dat je moet kunnen “verbinden”. Na enige uitleg begreep ik pas dat die kwaliteit niets met het bezit van  een EHBO diploma te maken heeft. Schrijven is dus deel van het ambacht. Liefst helder en  begrijpelijk, daar kan de firma InShared die mij nogal eens een brief stuurt ook wat van. Medewerkers van zo’n beetje alle verzekeringsmaatschappijen in dit land hebben verplicht de cursus “kleutertaal en nog erger” moeten volgen.

De verzekeraar InShared, van die vervelende tv-reclames met dat roze mannetje dat over het scherm dwarrelt, schreef aan de klant: we snappen dat het niet zulk leuk nieuws is, maar u moet € 45.000 aan ons betalen. Kortom, heldere taal, de verzekeraar loopt over van begrip, maar of je toch even wil dokken. U kunt het niet in één keer betalen? Geen nood, “even over opbellen” en dan komt ook dat voor elkaar. Opbeurend werden de klant aan het eind van de brief ook nog de vriendelijke groeten gedaan namens “iedereen van InShared”. Geen idee hoeveel medewerkers InShared heeft, maar toch een fijn gevoel dat iedereen met je meeleeft. Maar het kan altijd erger, wat te denken van deze: als gevolg van een verkeersongeval bent u in een rolstoel terechtgekomen. Hè, wat vervelend voor u. Heel veel sterkte. Oh ja, we gaan uw schade niet betalen. Simpele heldere taal, maar ik vrees dat het een averechts effect heeft. Als ik zo’n brief zou ontvangen zou ik, denk ik, boos opbellen met simpele scheldwoorden. Ik neem dan maar voor lief dat verzekeraars mij aanschrijven met “beste meneer”. Nog los van de spelling, waarom gelijk zo amicaal? Zit daar een bepaalde bedoeling achter? Of heeft de cursusleider ooit gezegd dat het zo moet? Misschien kom ik er nooit achter. Mijn favoriete aanhef in een brief blijft “mijnheer” of “mevrouw”. Beetje saai misschien, maar ook simpel.

Ton Rhijnsburger

Advokatenkollektief Rotterdam

Website: www.akrotterdam.nl
Facebook: /advokatenkollektief


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.