Als je zwerfafval raapt, leef je bewust met de seizoenen. Door de afwisseling blijft het leuk. Elk seizoen heeft zijn eigen charme en soms ook de nodige uitdagingen.

Nu, in de winter, heeft het groen zich bijna helemaal teruggetrokken. Daardoor zie ik ineens afval dat er al langer lag, maar niet bereikbaar was. Elk jaar trap ik daar weer in. Ik dacht dat het best schoon was hier. Mooi niet! Maar nu kan ik het dan toch opruimen, het afval dat al die tijd verscholen lag in de struiken of in het riet. Ja, afval rapen in de winter geeft veel voldoening.

Hoor ik “tepiet tepiet” ergens boven me, dan weet ik dat het lente wordt: scholeksters komen nestelen op de platte daken in de buurt. En het is oppassen geblazen met alle meerkoeten en waterhoentjes die hun nesten bouwen langs en in het water. Daar loop ik met een boog omheen om ze niet te storen. Soms mislukt dat en fladdert er één luid protesterend weg. Mijn zachte “sorry” hoort ie, denk ik, niet meer… Maar met al die ontluikende natuur om me heen is afval rapen in de lente heerlijk.

In de zomer zijn mensen vaker buiten. Gelijk hebben ze, want het is er goed toeven. Mensen eten, drinken en roken ook meer buiten en laten dus ook meer afval achter. Nou ja, de bomen zijn prachtig groen, de zon schijnt uitbundig, het is lekker warm, dus ik neem het niemand kwalijk. Afval rapen is een feest in de zomer.

De herfst bedekt met zijn vallende bladeren veel zwerfvuil met de mantel der liefde. Daar moet ik echt doorheen kijken. Ook voorzichtig lopen, want hondenpoep en bladeren, dat is -helaas- een goede combinatie. Maar er zijn overal paddenstoelen te zien, dat is altijd weer bijzonder. Die zijn beter te bewonderen als er geen zwerfvuil omheen ligt. Ook in de herfst is afval rapen nuttig.

 

De constante factor, behalve het afval? Dat zijn de ganzen die grazen bij het water.

Soms ben ik in een stoere bui en loop ik er recht op af, terwijl ik geruststellend tegen ze praat. Dan schuiven ze langzaam steeds een stukje op of trekken ze zich verongelijkt gakkend terug in het water. Tja, een vrouw die met een grote zak en een grijper op je af komt, ik zou het ook niet vertrouwen als ik hen was, al kijkt ze nog zo lief. Soms lijkt het me verstandiger om met een boog om hen heen te lopen, als het er veel zijn of als er jonkies bij zijn. Dan blijft daar natuurlijk wel wat afval liggen. Hopelijk nemen de ganzen mij dat niet kwalijk…

Margreet van Dam


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.