Een jaar of tachtig geleden woonde ik in Arnhem. Daar zag ik ooit op een stomerij de naam ‘One Day Cleaning’. Tot 15 september 2019 bestond het bedrijf nog onder die naam; sindsdien leeft het voort onder de naam ‘DAT’: De ArnhemseTextielreinigers.’
Ik schrijf dit omdat ik destijds die naam best begreep. Om het iets nauwkeuriger te zeggen: ik begreep die naam op mijn eigen manier. ‘Onedaaiklejaning’, las ik, en dat heeft natuurlijk te maken met aankleden, dus ik zag heel duidelijk een verband.
Later ben ik beter gaan begrijpen wat ‘mijn eigen manier’ precies betekende. Kleine kinderen kennen niet het psychologische fenomeen ‘cognitieve dissonantie’. Dat is het verschijnsel dat je (1) iets ziet dat niet waar kàn zijn, (2) maar het toch zó evident waar is dat je het niet kunt ontkennen en dus (3) dan maar een of andere uitleg verzint. Mijn prototype is Harald Gunther, geboren en getogen in Curaçao en pas hier had hij voor het eerst in levenden lijve gezien hoe mensen schaatsen. Hij had in Curaçao gehoord over schaatsen, maar had zich niet echt kunnen voorstellen hoe dat gaat. Halfbewust had hij destijds in Curaçao aangenomen dat de Hollanders ijsblokjes uit het vriesvak van de ijskast halen, die blokjes op de grond leggen en daar dan op schaatsen.
In de belevingswereld van het kleine kind bestaat cognitieve dissonantie niet. Waarnemen en bevatten zijn in die wereld één. Met een variatie op een van de bekendste openingszinnen van een roman, ‘The past is a foreign country. They do things differently there‘ (The Go-Between, L.P. Hartley, 1953): de kinderwereld is een vreemd land. Ze doen de dingen daar anders. Dit alles kwam bij me boven toen ik dit boekje vond:
Sara van Dongen, die de tekeningen maakte. Was me al bekend. In De Ster van 9 augustus en 8 juni heb ik geschreven over het engelstalige boek waarvan zij auteur en illustrator is: ‘The Neighbourhood Surprise’. Auteur Tanneke Wigersma kende ik nog niet, maar die twee lijken me alleszins aan elkaar gewaagd. Voor zover ik zelf enig benul heb van de wereld van het kleine kind in deze tijd, lijkt dit me een prima boek om zelf te leren lezen. Mijn vermoeden krijgt steun in de officiële classificatie: AVI E3: Analyse Voor Individualiseringsnormen, Einde groep 3 (kinderen van 7 jaar).
En wat Tanneke Wigersma over zichzelf schrijft op haar site tannekewigersma.nl/biografie.html geeft steun aan mijn indruk dat dit een bijzondere auteur is: ‘4 mei 1972 kwam ik in Deventer ter wereld. … Het was niet altijd makkelijk voor me om naar school te gaan. Ik ben namelijk op mijn achttiende ziek geworden en kreeg voor het eerst een depressie. Pas veel later werd duidelijk dat ik een bipolaire stoornis heb. Dat betekent dat er iets in mijn hersenen niet goed gaat. Daardoor kan ik het ene moment heel verdrietig zijn en dan weer extreem blij. Dat is niet handig en je wordt er heel moe van. Daarom slik ik medicijnen die mijn hersenen rustig maken. Maar ik moet nog steeds rekening houden met mijn stoornis. Ik ben snel moe en kan niet zo goed tegen drukte. Ik kan niet zoveel doen als een gewoon gezond mens. … (Ik) wist altijd dat ik boeken ging schrijven. De belangrijkste reden om gezond te worden als ik ziek was, was schrijven. Schrijven is misschien wel het belangrijkste in mijn leven.’
In verband met onderwijs valt aan kinderen vaak het begrip ‘Begrijpend lezen’. Daar is veel discussie over. Dit boekje deed het begrip in mij opkomen dat nu als titel boven dit stukje staat.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar