Het gebeurt niet vaak dat wij in De Ster de primeur hebben met een scoop (= eerste bericht over iets in de media, een ‘primeur’). Maar de grote dagbladen weten nu van wanten. ‘De afgelopen maanden zijn er in Den Haag wel meer politieke nieuwigheden voorbijgekomen, maar een kabinetscrisis voordat er een kabinet is? Die primeur spant toch wel de kroon’, opende Trouw afgelopen zaterdag op de één (= eerste pagina van de krant). Maar nu ben ik via via iets aan de weet gekomen waardoor ik een bescheiden partijtje durf mee te blazen.

(illustratie:) Wikimedia Commons – Dresden, Albertinum, Max Liebermann, portret van Alfred von Berger.

Het gaat, allicht, over Geert Wilders en zijn kompanen (m/v) en zijn landslide overwinningen in de Haagse politiek. Daar heeft zich in de afgelopen weken een essentiële complicatie voorgedaan. De grote overwinning bij de laatste verkiezingen had tot gevolg dat in veel functies PVV-‘ers benoemd mochten of zelfs moesten worden. Maar oh rampspoed – dat werkte niet echt. De een na de ander werd door hogere machten afgekeurd. Maar oh genialiteit van Wilders – dat nadeel wist hij in een voordeel te veranderen. Vanochtend verscheen hij in het Binnenhof zonder colbertjasje en alleen een wit T-shirt om zijn tors met daarop in grote letters en cijfers zwart gedrukt Wilders 72. en anders dan zo vaak, bleek hij bereid het aanwezige journaille even te woord te staan [Van Wikipedia neem ik: Het begrip journaille is van oorsprong een – weliswaar Frans klinkend (französiert) – Duits woord, waarmee minachtend aangeduid wordt: een onverantwoordelijke, op sensatie-beluste pers die niet uit is op, of geïnteresseerd is in waarheid(-svinding) maar alleen uit is op effectbejag; kortom: roddel en achterklap. Het begrip wordt met dezelfde betekenis ook gebruikt voor journalisten die werkzaam zijn voor deze sector. … Het woord is nieuw ontstaan aan het begin van de twintigste eeuw, onder verwijzing naar canaille (Duits: Kanaille) (Latijn – canis = hond) in de betekenis van “gemene vent” of “schoft”; meervoud: ‘uitschot’, ‘janhagel’, ‘gepeupel’. De eerste vermelding is vóór 1902 in het essay “Die Journaille” door Karl Kraus (1874-1936). In het essay “Der Freiherr” (1910) wijst Kraus de Oostenrijkse toneelschrijver en dramaturg Alfred von Berger (1853-1912) als bedenker van de term aan. “…als ich in der ‘Fackel’ zum erstenmal das Wort “Journaille”, dessen Erfinder ich nicht bin, zitierte, dazu geschrieben: “Ein geistvoller Mann hat mir neulich, da wir über die Verwüstung des Staates durch die Preßmaffia klagten, diese für meine Zwecke wertvolle Bezeichnung empfohlen, die ich hiemit dankbar dem Sprachgebrauch überliefere”.“]

Toevallig – oh mooi toeval – bevond ik mij daar, en misschien omdat ik, eruit ziende als zéér oude man, ook toevallig vooraan stond, wendde Wilders zich speciaal tot mij.

‘Ja, u ziet het goed’, begon hij. ‘Ik ga van nu af aan altijd zelf in de Kamer spreken. We hebben bij de laatste verkiezingen ongeveer 74 kamerleden gewonnen, maar de tellingen moeten nog bevestigd worden en sowieso is het beter als ik zoveel mogelijk zelf het woord voer. Daarom heb ik 75 zulke shirts laten bedrukken met de cijfers 1 t/m 75. “Rugnummers” zijn een bekend fenomeen in bijvoorbeeld het voetbal en andere belangrijke politieke evenementen; ik introduceer hier het “borstnummer” als specifiek fenomeen in de politieke cultuur van de PVV. Capisce?’

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.