Het is zover, vandaag (vrijdag 24 mei) om 15.00 uur vertrekt ons vliegtuig vanaf Gate G2 op Schiphol, bestemming Antalya. Met ‘ons’ bedoel ik: mijn schoonzus, haar man, mijn vrouw en ik. Doel: een rondreis door Turkije, o.a. naar Cappadocië. Wij hebben zwaar overgewicht. Dat komt deze keer niet door het vele eten, maar door onze bagage. De dame die ons moet controleren is een alleraardigste blondine. De kuil – tjes in haar wangen passen helemaal niet bij het strakke en strenge mantelpakje dat ze draagt. Uiteindelijk stappen wij met de zwaarste kleding aan, onze zakken gevuld met zware dingen en nog steeds 2 kilo overgewicht, puffend door de con tro – le en wij hoeven niets extra’s te betalen. In het vliegtuig kunnen wij gelukkig onze trui en jassen weer uittrekken. De vlucht duurt behoorlijk lang, maar ik ben goed voorbereid met het nieuwste boek van Jonas Jonasson: ‘De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje’.

Als je zijn eerste boek hebt gelezen, weet je dat zo’n vlucht voorbij is voor je er erg in hebt. In Antalya rijden wij naar onze tijdelijke slaapplaats ‘Grand Parc Lara’. Ik ben zo’n 7 jaar geleden ook in Antalya geweest. Toen stond Turkse vlagik al stomverbaasd van de splinternieuwe reuzen thema-resorts, zoals ‘Titanic’, ‘Concorde’, Venezia Palace, ‘Delphin Palace Hotel’, Kremlin Palace, die langs de kust zijn gebouwd. Maar het is helemaal niet te bevatten wat er in die 7 jaar alweer is bijgebouwd. En dat zijn geen huiselijke onderkomentjes, maar mega resorts met capaciteiten voor minstens 1000 gasten per stuk, compleet met meerdere zwembaden, tuinen, meerdere restaurants en natuurlijk animatie. Wij maken kennis met de rest van ons reisgezelschap en onze gids Dögan. Hij oogt sympathiek en blijkt dat ook te zijn. Zijn uiterlijk is een mengeling van Turk, Nederlander, Surinamer en Indiër, met de omvang van Pavarotti en altijd met een brede lach om de lippen. Hij regelt alles perfect, maar maakt zich nergens echt druk om. Iemand typeerde hem later met: hij heeft geen ADHD, maar AEVR. (Always Extreme Very Relaxed). De volgende dag is een zware. Wij moeten maar liefst 700 km rijden om via Konya naar de streek Cappadocië te komen. Wat een eind. Zelfs mijn boek kan niet verhelpen dat ik tegen de middag behoorlijk duf begin te worden. Na een sanitaire stop gooien wij vieren het roer om en de boeken in de tas. Wij gaan iedereen een interview afnemen. Het blijkt een welkome afwisseling. Ik schrijf alle namen en beroepen op en voor we in Cappadocië zijn weet ik: dit wordt een héééél gezellige reis.

Jacques Beket