Het jaar loopt alweer ten einde. Overdenkingen te over. Ga ik volgend jaar aan de lijn doen? Ik moet binnenkort mijn hypotheek verlengen, maar voor hoe lang nog? Heb ik het water van het buitenkraantje nu al afgesloten of niet? Ik moet nog een column schrijven, de 715de. Waar zal ik het eens over hebben? Mijn grote schrijversvoorbeeld is Simon Carmiggelt. Ik kan niet in zijn schaduw staan, maar het blijft toch leuk om het te proberen.
Ik neem mij voor dat column 715 er eentje wordt zoals Carmiggelt ze schreef, dus in een kroeg gaan zitten en luisteren naar wat er daar wordt verteld. Ik rij naar het Oude Noorden en zoek een zeer donkerbruine kroeg op. Zo donkerbruin, dat ik bij binnenkomst eerst even aan het donker moet wennen. Ik loop naar het licht bij de tap en twijfel waar ik ga zitten. Bij die doorgezakte zeeman met baard of bij die twee bouwvakkers? Ik kies voor de zeeman, hijs mij op de kruk en bestel een biertje.
Als ik een mooi verhaal van de zeeman wil horen moet ik hem paaien. Zal ik hem ook een biertje geven? Voor een goed verhaal doe ik alles, dus ik bied hem een biertje aan. Hij kijkt mij met grote verbaasde ogen aan alsof ik in mijn onderbroek loop en na een behoorlijke stilte antwoordt hij: ,,Moet je wat van me?” Nu kan ik wel zeggen dat ik een goed, sociaal en tranentrekkend verhaal van hem wil horen voor mijn column, maar ik heb het gevoel dat dit antwoord niet tot het juiste resultaat zal leiden. Ik glimlach: ,,Nou, nee hoor, maar alleen een biertje drinken is ook niet alles en gedeelde vreugd is dubbele vreugd.” Hij kijkt mij vragend aan alsof hij niets heeft gehoord en nog steeds op een antwoord zit te wachten. Ik vul vlug aan: ,,Anders zit je maar alleen bier te drinken, dat is toch niets.” Er komt nog meer argwaan in zijn ogen: ,,Zeg vader, als jij er thuis door moeder-devrouw uitgegooid bent, moet je mij daar niet mee lastigvallen. Je moet van jouw probleem niet mijn probleem maken. Gaat dat wijf van je lekker pesten. Dan ben je tenminste van de straat.” Hij giet zijn bier in één teug naar binnen, mompelt iets en vertrekt. Daar zit ik met een glas bier in een verschrikkelijk ongezellig hok en geen verhaal voor mijn column. Hoe zou die Simon Carmiggelt dat gedaan hebben?
Jacques Beket
recent commentaar