Interessante ‘weetjes’ en fotografie zijn twee van mijn hobby’s. Die komen in deze column bijeen. Ik heb sinds kort de beschikking over fotostudiolampen. Maar als u nu denkt dat het fotograferen daardoor eenvoudiger wordt hebt u het goed mis. Het wordt veel moeilijker. Nu kwam ik bij toeval op een rommelmarkt een boek over portretfotografie met fotolampgebruik tegen, weliswaar uit 1930, maar licht blijft altijd hetzelfde, dus dat heb ik gekocht. Toen ik thuis zat te bladeren viel deze uitgeknipte advertentie uit 1850 uit het boek.
Zwaar vergeeld krantenpapier maar toch goed te lezen. (weet trouwens iemand wat dat ‘Ed’ betekent?) Maar nu komt het ‘weetje’: De uitvinder Daguerre probeerde in 1837 al een hele tijd een foto te maken, maar het wilde maar niet lukken. Hij gebruikte allerhande vloeistoffen en koperen platen met een dun zilverlaagje, maar allemaal zonder succes. Op een dag was hij weer bezig en weer lukte het niet. Opeens werd hij zo nij – dig dat hij zijn spullen in de kast kwakte en de deur met een onbe – suis de knal dichtgooide. Als uitvinder moet je doorzettingsvermogen heb – ben en dat had Daguerre ook, want ‘s morgens opende hij de kast om weer enthousiast aan het uitvinden te gaan.
En wat ziet hij? Op de verzilverde koperen plaat waar de vorige dag geen fotografische afdruk was te vinden, stond nu wel iets. Omdat hij de kast zo hard had dchtgeslagen was een thermometer in de kast gevallen en gebroken. De kwikdam – pen hadden voor de beeldvorming gezorgd. Daguerre was dan ook een van de de allereerste fotografen. Zijn manier van foto’s maken wordt daguerreotype genoemd. Een van zijn eerste foto’s was het uitzicht op de Boulevard du Temple in Parijs, 1838. Het is een drukke weg, maar omdat de belichtingstijd bijna een kwartier bedroeg werd het verkeer niet vastgelegd. Alleen een schoen – poet ser en zijn klant zijn zichtbaar, doordat ze lang genoeg stilstonden om te worden geregistreerd.
Jacques Beket
recent commentaar