Overmorgen gaat het beginnen als ik het goed begrepen heb: dan start De Correspondent. Dat is het nieuwe digitale dagblad – als je zo mag noemen. Dat voorbehoud is nodig, want een blad is per definitie iets fysieks, iets dat je kunt vasthouden. De Correspondent is iets digitaals. Het digitale is niet fysiek; dat zweeft ontastbaar in cyberspace. Zie: www.decorrespondent.nl
Het plan is het geesteskind van Rob Wijnberg – voormalig Number One van nrc.next, intussen uitgegroeid tot een bijna legendarische vernieuwer in de journalistiek.
Het gonst al sinds eind vorig jaar in de gewone media. De naam van het initiatief is pas een paar weken geleden bekend geworden. Het leek me van meet af aan iets geweldigs en ik ben dan ook meteen abonnee [‘lid’ noemen ze dat zelf] geworden (kost 60 euro).
Waaròm precies het me geweldig lijkt, weet ik nog steeds niet. Maar ik wil er per se iets over kwijt. Daarom pluk ik wat citaten van elders.
Uit een interview van NRC/H’bld-redacteur Hans Steketee van 13 december 2012:
“Wijnberg […] gelooft niet in een krant die een beetje beter is. Zijn krant moet anders zijn. ‘Geen krant die met alle andere media meepraat over wat er in het nieuws is, maar die door zijn keuzes zelf bepaalt wat nieuws is en wat niet.’ Hij wil een krant die veel dunner is en die zich onderscheidt door alleen die onderwerpen te doen waarin ze echt goed is en de rest overlaat aan Teletekst en nu.nl. Een krant die liever een kleinere maar trouwe groep lezers bindt […]
Maar vóór alles wil hij een krant die niet eerst een onderwerp bedenkt en er dan een journalist bij zoekt, maar het omgekeerde. ‘Ik wil een auteurskrant maken’, zegt hij. ‘Een krant waarin het allereerst gaat om wie het heeft geschreven. Iemand met een bepaalde expertise of een genre dat hij of zij heel goed beheerst en die tegen jou praat. Alleen dan krijg je als lezer een echte vertrouwensrelatie.’
Vanaf januari gaat hij dat in de praktijk brengen. Dan begint hij op proef met zijn ‘auteurskrant’. Vooralsnog alleen online, maar wel met slimme software die ‘meegroeit’ met de lezer, die permanent context geeft bij elk onderwerp – ‘een enorm manco van papieren kranten’ – en die de lezer in contact brengt met andere stukken en schrijvers die zijn interesse kunnen wekken.
De Correspondent heeft als belangrijkste doelstelling om de wereld en het nieuws uit die wereld van meer context te voorzien. Bij De Correspondent tref je dus geen artikelen of berichten aan over ‘wat er gisteren gebeurd is’, maar artikelen, interviews, reportages en dossiers die het nieuws in een breder perspectief of een ander daglicht plaatsen. Daarbij gaat het er niet zozeer om zoveel mogelijk aandacht te trekken, maar om diepere inzichten te bieden. De Correspondent wordt een dagelijks medium dat de waan van de dag wil overstijgen. ‘Dat betekent dat we iedere dag iets nieuws willen bieden, maar ons daarin niet laten leiden door het laatste nieuws. […] Als lid van De Correspondent volg je de wereld door de ogen van onze auteurs, die allemaal een eigen fascinatie, specialisme of expertise hebben. Niet de nieuwsagenda maar wat onze correspondenten belangrijk vinden om te vertellen, is leidend in onze keuzes. […]’”
Tot zover uit dit interview.
Van hun eigen site haal ik: ‘De Correspondent wil haar digitale kanalen vrijhouden van advertenties. […] Wel staat De Correspondent open voor transparante samenwerkingen met niet-belanghebbende partijen om onze journalistieke doelen te kunnen realiseren.’
Dat opent voor mijn geestesoog grootse visioenen van ‘transparante samenwerking’ met, ja, ik meen het echt, De Ster [en wie weet andere gratis verspreide huis-aan-huis-bladen]. Ik kom erop terug.
Het plaatje komt uit het boekje The Medium is the Massage [soms abusievelijk gespeld als ‘The Medium is the Message’] van Marshall McLuhan en Quentin Fiore, 1967. ‘’t Is niet dat ik niet hou van dagelijks nieuws,’ zegt het ene meisje tegen het andere, ‘maar er is tegenwoordig zo verschrikkelijk veel van’. Waarvan acte.
Hugo Verbrugh
recent commentaar