Het toeval lijkt op ons, zeggen ze in Frankrijk: le hasard nous ressemble. Ik geloof daar heilig in, net als in de reïncarnatie. Gisteren – ja gisteren! De Ster krijgt éven de allure van een dagblad! – kreeg ik uit onverdachte hoek steun voor mijn geloof: een Vingerwijzing Van Boven dat reïncarnatie misschien echt werkelijkheid is – en dat of all places in mijn eigen, naar Erasmus genoemde universiteit! Ik zal het vertellen.
Het gaat over het karwei waar ik al sinds onheuglijke tijden mee bezig ben: de filosofie volgens de leer van het zogenoemde realisme uit de Middeleeuwen. Die leer stelt dat onze begrippen en onze kennis daadwerkelijk verbonden zijn met de dingen. Over die stelling is in de Middeleeuwen hartstochtelijk gestreden. Filosofen en wetenschappers die gevoel hadden voor de moderne tijd die eraan kwam, bestreden bestreden die leer. Onze begrippen zijn louter willekeurige namen, nomina in het Latijn, die wij aan de dingen geven, stelden zij, de zogeheten nominalisten. Deze nominalisten hebben de filosofische strijd gewonnen – sinds ongeveer 1600 denken wij allemaal zoals Juliet Capulet: ‘What is in a name?’ Welke naam je ook geeft aan de bloem die wij ‘roos’ noemen, het ding ruikt altijd even lekker. En nou denk ik dus dat die nominalisten niet helemaal gelijk hebben, en ik heb een middeleeuwse filosoof / theoloog / godsdienstig en politiek activist ontdekt die een tussenpositie inneemt tussen realisten en nominalisten en die volgens mij perfect in onze tijdgeest past: Pierre Abélard (1197-1242), boegbeeld van de juist helemaal niet duistere Middeleeuwen. Die moet de schutspatroon van ons onderwijs worden, bepleit ik nu sinds enkele jaren; ik heb er de afgelopen weken van alles over gepubliceerd, ook in De Ster, zie onder andere desteronline.nl/een-plek-waar-je-vrij-kunt-nadenken
Intussen werk ik er gestaag verder aan, en zo had ik het hele weekeinde hard gewerkt aan de afronding van de volgende aflevering van mijn verhaal en ging maandag omstreeks het middaguur naar de EUR Woudestein om mijn teksten te copiëren voor collega’s en studenten. En al halverwege de Burgemeester Oudlaan begon ik iets te horen. Daarna zag ik een politie-auto, en nog een en bij de hoofdingang stond een klein oploopje mensen te kijken naar een bizar spektakel. Achter een omheininkje stonden dicht opeen gepropt een paar honderd mensen met vlaggen en spandoeken een leus te scanderen: ‘Stop the Dalai Lama’. Onafgebroken loeiden ze door een paar dozijn luidsprekers ‘Stop the Dalai Lama, stop the Dalai Lama, stop the Dalai Lama …’.
Op het terrein stonden ook politie en andere soorten beveiligers – wat was er aan de hand? De Dalai Lama kwam in het M-gebouw van de EUR een lezing houden over Education of the heart, en een anti- Dalai-Lama club genaamd de Shugden Community was gekomen om met nadruk mee te delen dat alles wat de Dalai Lama verkondigt leugen en bedrog is, en hij zelf vals en verkeerd en fout, etc. is.
En dat bij de op afstand meest heidense universiteit van Nederland! In Nijmegen, in Tilburg, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, eventueel in Maastricht – goed, daar zou zoiets misschien passen. Maar hier?? Ach, hoezo niet? Moet kunnen – en eigenlijk: juist hier is het iets heel moois, bij de universiteit van Erasmus, de eerste Europeaan en top-pleiter voor vrijheid van geest die bovendien bij uitstek beroemd is om zijn ‘Lof der Zotheid’. Het heeft echt iets van zwarte humor – en met een authentiek religieus randje. Het kan niet anders of de nieuwe incarnatie van Erasmus heeft hier een handje in gehad, toch? Ik denk dat echt, en omdat ik dat denk, is het misschien inderdaad echt waar. Ik voelde zijn aanwezigheid terwijl ik stond te kijken en luisteren naar dat geloei…
COLUMN NRC MAANDAG 12 NOVEMBER]
Margriet Oostveen | pagina 8 – 9
Zijne Heiligheid Dalai Lama zat te schmieren dat het een aard had op het podium van Ahoy. Ik had te doen met zijn tolk, Benthe Jansen, die met haar lange, blonde haar tussen de topmonniken aan de voeten van de dalai lama zat. Tijdens de lunch zou ze vertellen dat ze „gewoon” een telefoontje had gekregen met het verzoek de woorden van Zijne Heiligheid te helpen ontcijferen. Wat ze inmiddels „dapper en stom” van zichzelf noemde.
Het viel ook niet mee. „Dat wil zeggen dat er eh, een basis is op basis waarvan de leegte wordt gerealiseerd”, zei Benthe dan bijvoorbeeld net: ging de dalai lama voor elfduizend man weer gek zitten doen met het oranje petje van de Boeddhistische Omroep Stichting op zijn hoofd. Of omstandig zijn veters strikken. Of in het Engels roepen: „Snel, snel, ik heb honger!”
„Het gevolg is afhankelijk van de oorzaak en dat zien we ook in de kwantumfysica.” Ik ging er maar eens bij rondlopen. Achter een kraampje van de Stichting Tibet Support Groep zat „volslagen agnost” Hans Wamsteker (75). „Je kúnt hier ook geen touw aan vastknopen”, zei hij geruststellend. De Tibet Support groep steunt de strijd van de Tibetanen die nog binnen de grenzen van het door China geannexeerde Tibet wonen. Hans Wamsteker heeft de dalai lama zodoende een paar keer ontmoet en mag vandaag ook weer op audiëntie. Het weerhoudt hem er niet van de dalai lama „een soort paus” te noemen, die boeddhisten met een andere mening wel degelijk „excommuniceert”. Ik mag dit eigenlijk niet zeggen, zei Hans, maar de monniken in Tibet hebben het boeddhisme doelbewust zó ingewikkeld gemaakt dat een doorsnee Tibetaan ook wel inziet dat hij het nooit zelf kan zonder superieur geschoolde monnikenelite. Die monniken vergiftigen elkaar trouwens al sinds de zestiende eeuw, wist ik dat? En dacht ik dat een dalai lama ooit homovriendelijk was geweest? „Die illusie mag je best doorprikken”, vond Hans Wamsteker. Mensen projecteren nu eenmaal „als groupies” veel te veel op de dalai lama. Maar verder „alle respect” voor hoe de dalai lama compassie predikte en zich voor Tibet had ingezet.
Tijdens de lunch stonden er lange rijen voor de kraampjes van Unox. Wietske en Jan Kooman waren met hun dochter Marieke om 7 uur uit Veere vertrokken. Wietske en Marieke waren boeddhist. En Jan? „Ik ben nog zoekende”, grijnsde Jan, gepensioneerd leraar Engels. Hij was maar gewoon protestant gebleven. „Toch ben je blij als ik mediteer”, zei Wietske, „want dan ben ik niet zo aangebrand”. Dit bevestigde Jan.
Linda Markus (39) uit Tilburg ging aanvankelijk kwaad naar meditatieles. „Dat ik erheen fietste en dacht: Godverdomme! Ik kan ook met chips tv kijken!” Haar vriendinnen vonden het „keigoed” van haar. „Maar nu zoek ik geen verdieping meer!” riep Linda streng.
Zelfs Hans Wamsteker, de agnost, was enigszins ontroerd dat elfduizend mensen met dezelfde vragen naar Ahoy kwamen. En een vrouw achter me op weg naar de uitgang zei tegen haar man: „De manier waarop leven gaat of zo. Dat is toch wel een soort van bijzonder.”