Dit is de laatste Ster voor de winterzonnewende.  Volgende week worden de dagen weer langer. Dat maakt me ieder jaar weer een beetje optimistisch. En vooral dit jaar heb ik zulk op niets speciaals gebaseerd en dus helemaal verzonnen optimisme nodig.

Om de gedachten af te leiden, mijmer ik al vele maanden over de trefzekere voorspelling die de Engelse minister van Buitenlandse Zaken, Grey, begin augustus 1914 maakte.

Ik citeer uit zijn Memoires: ‘A friend came to see me on one of the evenings of the last week — he thinks it was on Monday, August 3rd. We were standing at a window of my room in the Foreign Office. It was getting dusk, and the lamps were being lit in the space below on which we were looking. My friend recalls that I remarked on this with the words: “The lamps are going out all over Europe, we shall not see them lit again in our life-time.”’

Ik geef het citaat in de laatste zin in mijn eigen woorden weer, met een eigen aanvulling: ‘De lichten gaan over heel Europa uit en ze zullen zolang wij leven en nog heel lang daarna niet meer ontstoken worden. Oekraïne, de EU en Poetin en diens verdoemde visioen van een Oppermachtig Rusland, de Baltische Staten en de NATO zijn één voorbeeld; Duitsland 1933-1945 en de totale onmogelijkheid om daar ook maar één zinnig woord over te denken, zijn op afstand de meest overtuigende voorbeelden.

Het is tijd voor iets heel anders.

In 1900 maakte Ellen  Key, een Zweedse schrijver, feminist, critica en pedagoog, wereldwijd  furore met haar bekendste boek ‘De eeuw van het kind’. Het  werd in vele talen gepubliceerd. De Nederlandse vertaling verscheen in 1903. Ellen Key verwoordde met dit boek een sluimerende onvrede met de in die tijd bestaande pedagogische praktijken.  Ze werd door De eeuw van het kind een van de bekendste internationale vertegenwoordigers van de nieuwe pedagogische bewegingen in het begin van de twintigste eeuw. Zowel in Europa maar ook in Amerika en Japan sloegen haar ideeën over het onderwijs aan.

(foto) Nationaal Archief / Anefo – Oude vrouw in Repatriëringscentrum te Eindhoven, 1945.

Ik stel hierbij dat wij anno 2023/2024 toe zijn aan een omstulping. Dit wordt de Eeuw van de bejaarde. Argumenten haal ik uit een artikel van Martijn Katan, biochemicus en emeritus hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in de NRC Handelsblad van zaterdag, 16 december 2017, pagina 2 – 3, onder de titel  ‘Er ging een rilling door de zaal’.

‘Bij de formatie stonden ChristenUnie en D66 lijnrecht tegenover elkaar in hun opvattingen over euthanasie. Dat wordt weer actueel, want volgend jaar wordt dementie nummer 1 op de CBS-lijst van belangrijke doodsoorzaken. Waarom is dementie zo toegenomen en wat heeft dat voor gevolgen?

De reden dat dementie longkanker verdringt van de eerste plaats is deels een kwestie van definities. Zo gaat een aantal vormen van dementie bij elkaar worden opgeteld die nu nog apart worden gerubriceerd. Verder sterven demente bejaarden vaak aan een long- of blaasontsteking terwijl die ziekten niet echt de onderliggende doodsoorzaak vormen. Ze worden namelijk veroorzaakt door degeneratie van hersenfuncties die maakt dat patiënten niet goed meer kunnen ademen en plassen; iemand met intacte hersenen was in diezelfde situatie niet doodgegaan. Het gedrag van de demente patiënt maakt het ook moeilijker dit soort infecties goed te behandelen. Daarom geldt in deze gevallen dementie tegenwoordig als onderliggende doodsoorzaak. Longontsteking gaat daardoor omlaag op de lijst en dementie omhoog. Bij hoogbejaarden die vallen of zich verslikken en daaraan sterven is dementie ook vaak de onderliggende oorzaak. Als ook die sterfte wordt toegekend aan dementie gaan de cijfers nog verder omhoog.

Los van definitiekwesties, er is ook een echte toename: de vijftig- en zestigjarigen van nu zullen massaal dement worden en daaraan sterven. Dat komt niet doordat ons eten is vervuild met Alzheimerverwekkende chemicaliën, het komt doordat die vijftig- en zestigjarigen niet meer zoals vroeger op hun zeventigste doodgaan aan een hartinfarct of beroerte. Die komen namelijk steeds minder voor, dus gaan ze uiteindelijk dood aan iets anders, en voor de niet-rokers wordt dat vooral dementie. De sterfte aan hart- en vaatziekten gaat trouwens nog veel verder teruglopen.  … Uiteindelijk gaat het hartinfarct dan tyfus en cholera achterna, ziektes van vroeger waar bij ons niemand meer aan dood gaat.

Over dertig tot veertig jaar hebben we dus veel meer plaatsen in verpleeghuizen nodig voor demente hoogbejaarden. Die krijgen daarnaast allerlei andere ziektes, dus dit wordt een kostbare zaak. De druk van mensen met dementie op mantelzorgers neemt toe en tegelijk neemt volgens de Toekomstverkenningen van het RIVM tussen nu en 2040 het aantal beschikbare mantelzorgers per hoogbejaarde af tot minder dan de helft van wat het nu is. Hoe gaat de samenleving daarmee om?

In mijn intreerede als hoogleraar zei ik hierover in 1985: “Wanneer een slinkend aantal actieven het geld moet opbrengen voor de medische behandeling en verpleging van steeds grotere aantallen zieke of invalide oudere medeburgers, dan zal dat het maatschappelijk verzet tegen euthanasie ondermijnen; als het ‘Fressen’, in casu de middelen, schaars worden, wil ‘die Moral’ wel eens het onderspit delven. Ik zie dan ook in de volgende eeuw het spookbeeld opdoemen van een massale, door de staat gesanctioneerde of zelfs aangemoedigde euthanasie.” Mijn leermeester Piet Borst, die erbij zat, vertelde me dat hierbij een rilling door de zaal ging. Die zaal was namelijk de aula van de Katholieke Universiteit Nijmegen en euthanasie was toen niet alleen illegaal maar voor de katholieke kerk totaal onbespreekbaar.

Intussen is vrijwillige euthanasie bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden een belangrijke verworvenheid van onze beschaving geworden. Die moeten we ons niet laten ontnemen. … . Maar wat als het oprekken van de grenzen voor euthanasie de politiek correcte ideologie wordt? De kosten van de gezondheidszorg stijgen nu al de pan uit. Ik heb iemand gekend van in de negentig die jarenlang in zijn leunstoel zat te suffen met een incontinentieluier aan. Hij was best tevreden met zijn leven, maar het is voor een minister die structureel miljarden tekort komt verleidelijk om zo’n leven te bestempelen als uitzichtloos en ondraaglijk; zoals Marx al aangaf worden morele en ethische principes sterk beïnvloed door onderliggende economische belangen.

Daarom vind ik het nog niet zo slecht dat de ChristenUnie meeregeert; die stemt haar principes minder af op economische haalbaarheid. Als ik zelf ooit tevreden zit te suffen in een rolstoel verwacht ik meer van de christelijke naastenliefde van de CU dan van seculiere partijen.’

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.