Er wordt op dinsdag 19 februari in de commissievergadering Sociaal en Veilig van de deelgemeente, gepraat over de Gerdesiaweg. Een straat waar ik 27 jaar gewoond heb en in de buurt waarvan ik ben geboren. Het gaat niet goed, wordt er gezegd, met de veiligheid rondom het metrostation en er komt een onderzoek door studenten van de opleiding Integrale Veiligheid.

Ik hoop dat er ook eens wordt gekeken naar: hoe komen buurten zo, zoals ze nu zijn? Hoe is hun geschiedenis? Dat is belangrijk voor een stad als Rotterdam, waar voor en na de oorlog veel is gebeurd. De Gerdesiaweg, vroeger Vredenoordlaan, markeert de plaats waar de brand als gevolg van het bombardement, in mei 1940 stopte. Het hele gebied lag in puin. Wij speelden daar als kinderen. Maar dit gebied in Kralingen werd bewoond door verschillende standen. Er moest weer snel gebouwd worden en er werd niet lang over nagedacht. Net na de oorlog werd op de Gerdesiaweg een langgerekt woongebouw neergezet, lopende van de Vredenoordkade tot de Frits Ruysstraat, waar vroeger de Slaak doorliep naar de Vlietkade. Toen moesten de mensen door een poortje naar de stad. Er trokken mensen in de nieuwe woningen, met betere banen, en was er bijna geen contact met Kralingen- West. De metro werd aangelegd en er kwam een metrostation.

De 2e fase was nieuwbouw aan de andere zijde van de Gerdesiaweg voor de bewoners uit de Vredenoordbuur t die haast helemaal gesloopt werd. Veel acties volgden omdat de middenklassers die al aan de Gerdesiaweg woonden niet blij waren met de nieuwe huizen en de bewoners uit Kralingen- West. Deze acties hebben drie jaar geduurd en toen het stadhuis voor was, ben ik nog nooit zo gelukkig geweest. Mensen uit de slechte huizen eindelijk een mooi huis en velen met een tuin, waaronder mijn eigen moeder.

Jaren later ging ook deze buurt weer op de schop, want de grond bleek vervuild door de (al lang verdwenen) gasfabriek in Kralingen. Dat alles duurde 10 jaar en veel mensen moesten ergens anders gaan wonen. Wij, mijn man en ik, een paar weken, maar wij hebben wel alles meegemaakt. Door dit alles werd er in de loop der jaren in de buurten veel verhuisd en er waren op sommige plekken veel verschillende soorten bewoners die anders met elkaar omgingen dan wanneer je in een buurt woont waar honderd jaar niets is veranderd. Waar je huis en school nog staan, maar waar ook je oude buren nog wonen. In de Gerdesiabuurt bestaat dat bijna niet, zoals in veel buurten in Rotterdam. Ik vind het belangrijk dat ontwerpers niet alleen kijken naar wat voor huizen er moeten komen, maar ook historisch kijken naar zo’n buurt, waar uiteindelijk mensen graag een goed leven willen hebben. De tijden veranderen, maar de geschiedenis moet niet vergeten worden. En dat komt terug in het Oostelijk Zwembad, dat er nog wel staat en waar wij bijna allemaal zwemmen hebben geleerd.

Greet Wijs