Over een maand zal de spanning verdwenen zijn, want dan zal de uitkomst nagenoeg nauwkeurig bekend zijn. Van één bijzonderheid durf ik nu al met grote zekerheid te voorspellen dat die hoegenaamd geen rol gespeeld zal hebben. Ik doe dat hier met veel spijt, want het is op grote afstand het allergrootste probleem in de Nederlandse politiek en tegelijk de allergrootste nep-/pseudo-/fictieve zekerheid in deze politiek. Deze bijzonderheid is de monarchie in het algemeen en het voor het eerst op een miniem plaatsje staande pleidooi voor afschaffing daarvan in het bijzonder. Krap een ietsje meer dan de helft van de leden van PvdA/GL was daar vóór, daarbuiten heeft het thema totaal geen aandacht gekregen dus forget it; het is een bij voorbaat verloren slag.

Ik illustreer wat ik hier schrijf aan deze ingezonden brief in de NRC van 17 oktober: ‘Nu GroenLinks-PvdA in hun verkiezingsprogramma de opheffing van de monarchie hebben staan komt bij mij de vraag: wie dan als president? Ik kan me geen respectabeler en verbindender Nederlander bedenken, zonder (wat) partijboter op het hoofd, dan de huidige onpartijdige koning Willem-Alexander. Iemand die een morele kerstboodschap kan voorlezen aan Nederlanders die het zelf allemaal beter weten.’

Zwitserland, Helvetia, Schweiz, Suisse, Svizzera, Svizra, … is een zeldzaam gedifferentieerd land met ongeveer twee dozijn kantons. Ik ken het vrij goed. Ik kwam er (na twee reizen vóór 1940 waar ik me niets van herinner) voor het eerst in oktober 1945. Mijn grootouders woonden toen in het dorpje Ligerz (Gléresse) aan de Bielersee (het Lac de Bienne), kanton Bern (tweetalig). Een kilometer verder westwaarts ligt La Neuveville (Neuenstadt). Een paar meter verder westwaarts begint het canton Neuchâtel (geheel franstalig). In La Neuveville woonden mijn neef en diens moeder en grootouders. Over die ene kilometer gaat dit plaatje. Ooit, omstreeks 1999/2000 verbleef een van mijn goede vrienden in La Neuveville. Al meteen de eerste avond wilde hij ergens in de buurt Rösti gaan eten. Nou, mooi niet. Daarover gaat dit tweetalige boekje. (HV)

En ik illustreer de sublieme mix van onwetendheid en onbenulligheid die uit deze brief spreekt aan een passage uit het verhaal van Arthur Conan Doyle ‘Silver Blaze’, het eerste Adventure in The Memoirs of Sherlock Holmes. Aan het slot van dit verhaal komt deze dialoog: “Is there any point to which you would wish to draw my attention?” “To the curious incident of the dog in the night-time.” “The dog did nothing in the night-time.” “That was the curious incident,” remarked Sherlock Holmes.

De nadere uitleg die deze vreemde dialoog verdient, is dat de dader van het misdrijf ’s nachts in een paardenstal kwam zonder dat de super-alerte waakhond die daar de wacht hield, blafte. DUS, volgens de regels van de science of deduction, moest de dader een bekende van de hond zijn.

De moraal van het bovenstaande is dat ik mij geen respectabeler Nederlands staatsbestel kan bedenken dan het Zwitserse. Daarin komt geen president voor, en ook geen andere vorm van ‘staatshoofd’. In een intussen ietwat verouderde en op details veranderde karakterisering: de regering kent zeven ministers. Die vergaderen uiteraard geregeld. Telkens is een van hen voorzitter van de vergadering – elke maand een andere. Dat is optimale democratie.

Nagenoeg totaal zeker dat ik geen schijn van kans maak, stel ik voor na 22 november van het ‘Koninkrijk der Nederlanden’ de ‘Republiek der Twaalf Verenigde Nederlanden’ te maken. Ieder provinciebestuur vaardigt één vertegenwoordiger af naar Den Haag (het theocratische curiosum dat nu de monarch wordt ingehuldigd in een kerk in Amsterdam gaat ook bij het oud vuil); die vormen daar de regering naar Zwitsers model.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.