Ieder jaar verbaas ik me er weer over: het verschil tussen de minieme publieke aandacht voor de zomerzonnewende, dit jaar afgelopen vrijdag 21 juni, 15.54 uur, en de uitbundige toestanden voor de winterzonnewende, dit jaar op 22 december om 04.19 uur. Maar met of zonder publieke aandacht: de kalender is onverbiddelijk en ook de mythen spreken duidelijke taal. Als deze Ster verschijnt, is Persephone, dochter van oppergod Zeus en zijn zuster de vruchtbaarheidsgodin Demeter, alweer terug in de duistere onderwereld van de Hades, waar zij als gevolg van de spelingen van het lot de helft van haar onsterfelijke leven moet doorbrengen.

In deze stemming vooruitmijmerend over de komende afdalende tijd kom ik via de Eurekaweek, de Reformatiedag, 11-11-11 1918 [einde W.O.I] en nog zo wat bij begin december. Dan zal Sinterklaas weer aankomen. Dat vooruitzicht dat roept in de bijzondere stemming waarin ik dezer dagen ben, een bijzondere herinnering bij mij op. Wij schrijven eind november 1943 en ook toen kwam Sinterklaas ieder jaar aan  – alleen niet zoals tegenwoordig ook met een grootse landelijk gevierde intocht, alleen op vele plaatsen lokaal, en er was geen sprake van enig gedoe inzake Zwarte Piet. Ik ben er met mijn moeder bij, in Arnhem op de Rijnkade. Eén herinnering is onvergetelijk. Een van de kinderen is zó onder de in druk van het feitelijke gebeuren, dat hij hardop tegen zichzelf zegt: ‘Zou het dan tòch waar zijn?’

De afgelopen circa vijftig jaar is die vraag het USP (= Unique Selling Point) van mijn leefwereld geworden. Alleen is ‘het’ waar deze vraag over gaat niet Sinterklaas, maar de filosofie van de vrijheid van Rudolf Steiner. Die verscheen ruim een eeuw geleden in doorwrocht Duits en wordt door velen als absolute waarheid beschouwd, maar ik ken bijna niemand die in eigen authentieke Nederlandse woorden van 2019 goed kan samenvatten wat die filosofie inhoudt.

‘Bijna’ niemand, zei ik; één, mij alleen via mail-correspondentie bekend persoon, Maxim Februari, heeft wèl zo’n samenvatting gegeven; het doet mij deugd dat ik die mag overnemen:

‘ … Steiner brengt de vitaliteit terug in het gesprek over moraal. De sterke focus op achteraf verklaren ontneemt ons onze vitaliteit – je kunt het wel steeds hebben over wat er is gebeurd en hoe dat

Persephone

tot stand is gekomen, maar je zult ook af en toe iets moeten doen, anders blijft er niets over om achteraf te beoordelen. En dat doen is niet alleen maar een uitvoering van plichten of regels. Steiner schrijft: “Wie slechts uit respect voor bepaalde ethische normen handelt, diens handeling is het resultaat van de gedragsregels uit zijn morele code. Hij is alleen maar de uitvoerder. Hij is een hogere automaat. Werp een aanleiding tot actie in zijn bewustzijn, en onmiddellijk zet zich het mechaniek van zijn morele principes in beweging, ten einde een christelijke, humane, altruïstische of cultuurbevorderende daad voort te brengen.”Dat is niet wat vrij moreel handelen is, zegt Steiner. Je handelt alleen maar vrij als je in jezelf de liefde tot de handeling vindt: niet als conclusie uit redenen alleen, maar ook omdat je vreugde vindt in de daad zelf, in het doen van datgene waarvan je hebt geconcludeerd dat je het moet doen. Hier treffen het cerebrale en het corporele elkaar, het maatschappelijke en het natuurlijke.’

Wie slechts uit respect voor bepaalde ethische normen handelt, diens handeling is het resultaat van de gedragsregels uit zijn morele code. Hij is alleen maar de uitvoerder. Hij is een hogere automaat. Dáárover blijf ik denken en dat brengt licht in de donkere dagen richting Kerstmis die nu weer aangebroken zijn.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.