Vorige week vertelde ik hier hoe ik zondag 15 september in Arnhem en omgeving herinneringen zou gaan ophalen aan de de Slag om Arnhem. 75 jaar geleden probeerden geallieerde parachutistendivisies tevergeefs de brug over de Rijn te veroveren; het werd misschien de meest iconisch-heroïsche nederlaag uit de West-Europese militaire geschiedenis; op veilig grote afstand van de feitelijke gevechten was ik daar toen bij: desteronline.nl/leven-is-herinneringen-verzamelen Als plaatje had ik een foto van de brug over de Rijn gekopieerd van de omslag van het boek van Antony Beevor over die slag. Dat boek is vorig jaar verschenen, en staat nu bij de boeken die ik zeker zal meenemen als ik ooit naar een bejaardenhuis of iets van die strekking moet.
Die zondag zou echt een ‘dagje uit’ worden. In Oosterbeek, geografisch tussen de heide bij Ede waar de parachutisten geland waren en Arnhem, zou Beevor een lezing houden. Na afloop zouden wij (= mijn levensgezellin [ook uit Arnhem] en ik) een uitgebreid familiediner hebben in het op horeca-waarderingssites hoog genoteerde restaurant ‘Trix “de Menthenberg”’, vlakbij waar wij tijdens
en nog een paar jaar na de oorlog woonden.
Ik had het boek van Beevor meegenomen om het hem te laten signeren, had in de trein naar Arnhem grote delen daaruit herlezen, en ‘zag het helemaal zitten’ Maar alles ging anders, en ik kreeg, in de woorden waarmee Hans Gerding in 2005 aan de faculteit der wijsbegeerte van de Universiteit Leiden aantrad als bijzonder hoogleraar metafysica in de geest van de theosofie, een grensoverschrijdende ervaring.

Ze waren met z’n drieën gekomen. Helemaal links is de rechterarm (met polshorloge) te zien van zijn kleinzoon. Daarnaast zit ik met de plattegrond van de regio. In het midden zit John Thomas Carr. Niet op de foto (naast de eveneens onzichtbare fotograaf [mijn zwager Albert Fletterman]), Carr’s dochter, moeder van de genoemde kleinzoon.
voormalig Hartenstein gemengde gevoelens bij het zien van de toeristische glamour waarmee de herinneringen uitgestald lagen, fietste naar de Benedendorpsweg waar Beevor zijn lezing zou

De Seaforth Highlanders waren tussen 1881 en 1961 een Schots infanterie regiment.
houden, raakte opnieuw onder de indruk van talloze Airborne-vlaggen die, net als in Arnhem, overal uitgestoken waren, en toen keerde het tij. De lezing van Beevor viel zwaar tegen. Hij stond gewoon voor te lezen uit zijn boek. Sommige passages herkende ik letterlijk van wat ik een paar uur eerder zelf gelezen had. Na een kwartier liet ik de aangekondigde ‘signeer-sessie’ voor wat ze zou worden en fietste, nu onderlangs, ook via de andere, naar John Frost vernoemde brug naar het centrum van Arnhem, bracht de fiets terug en nam de bus naar Trix.
Daar was het meteen feest. Ik kom bijna nooit in restaurants met sterren, dus dit werd een traktatie. Maar het echt speciale kwam toen ik het boek van Beevor aan mijn familie liet zien. Een van de gastvrouwen / serveersters keek over mijn schouders mee, en meldde mij toen voorzichtig dat aan het tafeltje naast ons een hotelgast zat die 75 jaar geleden ook in de buurt was geweest en nu voor
het eerst terug was – en toen kon ik het niet laten.
Het werd een van de meest gedenkwaardige ontmoetingen die ik ooit gehad heb. Hij was nooit eerder terug geweest, maar nu, 94 jaar, had het er van moeten komen. Hij herkende het plaatje van de brug op het boek dat ik hem liet zien (afbeelding. 1); het feit dat ik de signeer-sessie van Beevor had overgeslagen, bleek een blessing in disguise: nu kon hij zijn naam (en whereabouts!) op de titelpagina schrijven.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Trackbacks/Pingbacks