In de afgelopen jaren heeft onze naar Erasmus genoemde universiteit het voortouw genomen inzake ProbleemGestuurd Onderwijs (PGO). Niks massale hoorcolleges, niks oplepelen van kant-en-klare leerstof die in de meerkeuze-vragen-examens weer onverteerd uitgespuugd moet worden – wèg met dit pseudo-wetenschappelijk onderwijs! ‘Toegepaste groepsdynamica’ oftewel in kleine groepjes onder leiding van oudere studenten zelfstandig in levende gedachtewisseling werken aan de actuele problemen: dat is de ware Academie!
Zolang ik aan de universiteit verkeer – komende herfst is dat precies 60 jaar – is dit PGO mijn idee van universiteit. Sinds ik in Rotterdam zelf onderwijs mocht geven, is dat idee gaandeweg tweede natuur van mij geworden, en eind vorig jaar heeft het een uniek nieuwe flavour gekregen. Het U.S.P [= Unique Selling Point, het Exclusieve Verkoop Argument (EVA)] ervan staat mooi-compact aangeduid in 19 woorden die ik haal uit een interview met Ingrid van den Maegdenbergh, leider van de Nederlandse afdeling van het internationale wervingsbureau Egon Zehnder in de NRC van 27 januari: ‘Ze probeert op verzoek Engelse woorden te mijden – wat niet lukt wanneer ze enthousiast wordt. Dat gebeurt regelmatig’.

De tijden veranderen en wij veranderen met hen. ‘Tempora mutantur et nos mutamur cum illis’, zou Erasmus zeggen. Er zijn drie dingen die in deze tijden heel sterk veranderen: (1) onze kennis, (2) ons kenvermogen en, met (1) en (2) in wisselwerking, (3) wijzelf. Steeds meer worden weten, kennis en begrip die wij hebben over iets of iemand een proces waarin wij dat iets of die iemand een beetje zelf worden. Twee beroemde Franse oneliners illustreren iets daarvan. De ene is recent. Hij kwam in het nieuws door de terreuraanslag van 7 januari 2015 in Parijs: ‘Je suis Charlie’. De andere is van omstreeks 1968, het jaar van de wereldwijde studentenrevoluties: ‘Nous sommes tous des juifs allemands: de tijdgeest vraagt van ons dat wij ons allen identificeren met de Duitse joden in de holocaust. Iconisch-beroemd is ook de slotzin van USA-president Kennedy op 26 juni 1963 in Berlijn: ‘Ich bin auch ein Berliner’. Mij spiegelend aan de talloze personen die door deze wisecrack [= a clever or sarcastic remark; er circuleren ook andere definities op de woordenboeken in cyberspace] in ons collectieve geheugen voortleven, noteer ik als onderschrift bij dit plaatje ‘Ik ben Erasmus’. En, oh ja, ‘Sorry, Desiderius, dat ik niet eindig met “Ego sum Erasmus”. Wanneer men echt eerlijk wil zijn, zegt men zulke intieme dingen altijd in zijn of haar moedertaal (native speech).
Mijn conclusies waren: (1) PGO in mijn vakgebied, filosofie, kan eigenlijk alleen in de moedertaal. Filosofie kan alleen als je mag spreken zoals je als persoon bent en alleen echt goed in je moedertaal. (2) In een internationale opleiding kan dat dus niet [de bijzondere positie van studenten en docenten met Engels als native speech laat ik hier buiten beschouwing]: probleem! (3) Onder het motto ‘Never take no for an answer‘ en het inzicht dat wetenschap the art of the soluble is oftewel de kunst om problemen oplosbaar te maken moeten we dus een oplossing zoeken. (4) De helft van die oplossing is er al. Dat is scientific English: het in de vorige eeuw wereldwijd ontstane dialect, ook wel bekend staand als pidgin English. (5) De andere helft staat aangeduid in de titel van dit stukje; het is een variant van wat in de 19 woorden van Ingrid van den Maegdenbergh hierboven staat aangeduid. (6) Als eerste uitwerking van punt (5): wij worden allen, studenten en docenten, een beetje Erasmus. En om dit inhoud te geven, verrijken wij, telkens wanneer we even enthousiast worden, ons scientific English, met een of een paar woordjes uit onze moedertaal – just for the personal touch. (7) Zodoende verruimen we PGO tot TDE: Topic Directed Education. Op de site geef ik nog wat aanvullingen.

‘Welkomstwoord’ op het raam van het Mandeville-gebouw, EUR – Woudestein.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar