Ooit was iedereen blij met de stadsvernieuwing in Rotterdam: de oude wijken, lang verwaarloosd, verkrot, veelal bewoond door mensen met een laag inkomen, werden aangepakt. Sloop en renovatie op grote schaal, op aandrang van actiegroepen bestaande uit bewoners. De oplossing toen: slopen en renoveren ten behoeve van de huurders. Niemand hoefde de deur uit, iedereen kreeg een goede woning terug tegen een betaalbare huur, al dan niet met huurtoeslag. Inspraak volop, iedereen blij. De tijden zijn veranderd. Zie bijvoorbeeld de Tweebosbuurt op Rotterdam-Zuid. Deze week zullen veel huurders een dagvaarding tot ontruiming ontvangen. Waarom? De corporatie Vestia is van mening dat daar duurdere koopwoningen moeten worden gebouwd, dat zou zo goed zijn voor Rotterdam. Niet voor de huurders: als die weg moeten zullen zij een dure woning moeten huren, als die al te vinden is, veelal tegen een veel slechtere kwaliteit. Een beetje de omgekeerde wereld dus.
De huurders zijn veelal niet in staat om een koopwoning aan te schaffen. Het gekke is dat de corporaties zelf roepen dat er een tekort aan sociale huurwoningen ontstaat. Waarom wil Vestia dan toch slopen? Misschien wel tegen hun zin: de gemeentelijke woonvisie is vooral gericht op slopen van sociale huurwoningen. Terecht dat veel huurders het met dit beleid niet eens zijn. Zij willen in hun vertrouwde buurt blijven. Of zij hun zaak zullen winnen? In het kader op een beroep op huurbescherming zal de kantonrechter de belangen moeten afwegen: is het echt nodig dat er op die plek koopwoningen worden gebouwd, of moet het toch anders? De huurbescherming staat onder grote druk. We hebben een kantonrechter nodig die zegt: het moet maar eens uit zijn met de sloopwoede. Om in de koopsfeer te blijven: ik vind het onverkoopbaar dat gezinnen na 40, 50 jaar uit hun goede huurwoning moeten vertrekken.
Ton Rhijnsburger
010 – 465 09 66
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar