Het woord in de kop van dit stukje is Arabisch. Het wordt meestal vertaald met ‘tradities’, maar zoals zo vaak met vertalingen zit in dat woord veel meer verborgen. Hadith verwijst naar het geheel van verhalen, heilige en profane, waarin het eidetische, datgene wat je in je verbeelding concreet kunt zien, de beeldentaal, intiem vermengd is met het discursieve, het abstracte, wat je met geen macht ter wereld concreet-visueel aan je geestesoog kunt voortoveren.
Ik schrijf nu over Hadith omdat ik iets wil aanvullen op mijn stukje van vorige week. Daarin kwam de islam ter sprake en de strekking van het stukje was uitgesproken negatief. Dat zou de indruk kunnen wekken dat ik een ‘islam-basher’, een geobsedeerde criticaster van de islam zou zijn en die indruk wil ik vermijden, want de islam is een zeer veelzijdig fenomeen. Daarom vandaag een andere kant van de islam.
In de Hadith gaat het soms ook over Jezus. Die wordt in de islam uitgesproken serieus genomen. Een behartigenswaardige legende uit de Hadith verhaalt hoe Jezus met zijn leerlingen langs een dode hond liep. Het karkas stonk, de leerlingen putten zich uit in negatieve oordelen. Alleen Jezus zei: ‘Let eens op hoe mooie witte tanden het dier heeft’.
Niets ter wereld is alléén maar helemáál verkeerd of slecht. Dat is de les die deze legende leert. Uit die les trek ik lering. Ik noteer twee aspecten van de islam die positieve waardering verdienen.
Het ene is de intense filosofische en wetenschappelijke waarde van de Arabische cultuur en taal. Onze huidige medische wetenschap begon daar – in de medische school van Salerno, in Zuid-Italië waar de Arabische cultuur omstreeks het jaar 1000 integreerde met Joodse, Romeinse en Griekse tradities. Zogenoemde multiculturele integratie is niet zomaar een polder-probleem. Moslim-geleerden namen daar en toen, in Salerno duizend jaar geleden het voortouw. Dat is nog eens traditie!

Behalve in filosofie, geneeskunde en wetenschap is de Arabische cultuur ook in hoge mate aanwezig in de architectuur. Iemand die daar veel van wist en veel aan gedaan heeft, is de Nederlandse arabiste en architect Anna Christa Eikelboom (1963-2015), in de Arabische wereld bekend als Anna Bukhari. In 2010 was zij betrokken bij een tentoonstelling ‘Light on Culture. A dialogue between Yemeni and Dutch architecture’. Deze afbeelding is afkomstig van die tentoonstelling.
Het tweede behartigenswaardige aspect is heftiger. Hoe het kan, kan het, maar moslims schijnen, naar het lijkt zelfs allemaal, per definitie zogezegd, heilig te geloven in een hiernamaals. Voor de modale westerling wordt dat steeds sterker een spookverhaal – maar aan deze vorm van wegkijken kleven risico’s. ‘Geloof kan bergen verzetten’, leert een oude wijsheid die zelfs in de bijbel resoneert, en weliswaar is er verschil van mening over wat die wijsheid precies inhoudt, maar de keerzijde ervan is een waarheid als een koe. Wie voor een berg staat en die wil bestijgen, maar niet gelooft dat die berg er echt is, komt nergens. Daar blijkt het gelijk van de moslims – waarover overigens óók verschil van mening kan zijn.
Zaterdag 13 juni had NRC Handelsblad een uitgebreid artikel over burgemeester Aboutaleb. Ik citeer: ‘Wat opvalt is dat hij zich profileert met zijn islamitische achtergrond … ‘ – ‘… een van de verklaringen voor zijn populariteit (is): eindelijk een moslim die zijn geloofsgenoten … aanspreekt op hun verantwoordelijkheid.’ – ‘… (hij) wil niet op zijn islamitische … achtergrond aangesproken worden: dat doet toch niet ter zake?’ Dat laatste ben ik niet met hem eens. Het doet in zeer hoge mate ter zake. Ik zal hem deze tekst sturen en vragen te reageren.
recent commentaar