Ze waren een gelukkig getrouwd stel. Laten we ze Herbert en Lisanne noemen. Zij had een goede fulltime baan en hij wilde voor zichzelf beginnen en deed dat ook. Ze teerden in die tijd op haar salaris. Na een paar jaar had Herbert haar nodig in zijn bedrijf en zij kwam helpen. Ze kregen twee kinderen en Lisanne moest haar eigen baan natuurlijk opgeven. Zo was ze moeder, oppas, gastvrouw, verkoopster, huishoudster en schoonmaakster tegelijk. Niet erg, want Herbert deed goede zaken en regelde de boekhouding perfect. De zaken gingen zo goed dat, al moesten ze er wel dag en nacht voor werken, het geld met bakken binnenkwam. Er kwam een tweede auto, een tweede huis, een tweede… Dan komen de tegenvallers. Herbert meldt de eerste financiële tegenslag aan zijn vrouw, verkeerd gegokt en een faillissement van een klant.
Een paar maanden later blijkt een belegging in aandelen helemaal verkeerd uit te pakken. De winst stagneert en verandert in verlies. De negatieve resultaten houden aan en na twee jaar dreigt de zaak op de fles te gaan. Lisanne troost hem, zegt dat ze nog altijd van hem houdt en ze zoekt weer een baan. Als ze die heeft stelt hij voor om hun huwelijkse voorwaarden te veranderen zodat, als de zaak failliet gaat, de belasting niet aan haar salaris kan komen. Lisanne stemt toe en als alles is geregeld vertelt hij haar dat hij wil scheiden. Lisanne is verbijsterd. Hij blijkt er al 4 jaar een andere vriendin op na te houden. Als ze een advocaat in de arm neemt blijkt dat ze ook financieel is bedonderd. Doordat zij nu een vaste baan heeft hoeft hij voor haar geen alimentatie te betalen. Zij is de meest verdienende. Als de advocaat echter door gaat graven blijkt dat het bedrijf helemaal niet bijna op de fles is maar uitstekend draait, maar wel in een dusdanige constructie dat Lisanne nergens aanspraak op kan maken.
recent commentaar