Vorige week ging het over Fintech, het geheel van de innovatieve financiële producten en diensten die de manier waarop we met geld omgaan digitaliseert, met name over ontwikkelingen daarin die tot morele dilemma’s kunnen leiden.
Over de problemen die dat kan geven, schreef ik ruim vier jaar geleden, op 4 februari 2014. Ik citeer met enkele kleine veranderingen [u kunt controleren wat ik veranderd heb door te klikken op desteronline.nl/een-gruwelverhaal-de-toekomst-van-alles]:
“De echte macht in de huidige wereld ligt bij het grote geld. Dat begon eind vorige eeuw. Toen bedacht een super-genie een manier om het verloop van de beurskoersen te ‘vertalen’ in wiskundige algoritmen die deels alleen voor supergenieën begrijpelijk en hanteerbaar zijn, stopte ze in computers waardoor ze met de snelheid van het licht operationeel werden, waardoor hij kon voorspellen hoe hij maximale winst kon behalen uit aankoop en verkoop van aandelen. Zo werd hij een van de top tien rijkste mensen van de wereld, en veranderde eerst Wall Street, daarna de hele financiële wereld. Nu wordt ons hele leven wereldwijd bijna totaal bepaald door algoritmen – door wiskundige formules waarin instructies staan zoals ‘doe nu dit…, en als daar dan dat uitkomt, doe dan zo…, en als daar weer een nieuw dit uitkomt, doe dan, etc., etc. …’. Algoritmen zijn zo oud als de mensheid, ….”
Lees de rest maar digitaal na; ik ga nu verder met een citaat van Gijs van Oenen in de NRC van zaterdag, met een enkel aanvullinkje van mij tussen vierkante haken: “Je kunt tegenwoordig niets doen zonder op de computer te zoeken, en zoeken moet ‘slim’ gebeuren, en geen zoekgereedschap is slimmer dan het algoritme. Wat het algoritme bovenal goed kan, is het gat dichten tussen de objectieve logica van de computerwereld en de subjectieve logica van de menselijke wereld [en tegenwoordig (misschien) dus ook van de dilemma’s tussen ethisch goed en niet goed]. … Meer of minder slim, algoritmes zijn op alle fronten actief. … , banken, verzekeringsmaatschappijen, gemeenten en onze smartphones gebruiken ze ook. We kunnen nauwelijks nog zonder hun bemiddeling. Ze zijn onze onmisbare, onzichtbare en altijd parate gids, coach en wegwijzer in het moderne leven dat steeds inniger is vervlochten met internet en ICT.”
Over dit alles dóór mijmerend herinner ik me hoe de ethiek ontstaan is. Dat was omstreeks 400 v.C., in het oude Athene. Opeens kwam daar de vraag op wat ‘goed handelen’ was. Tot dan toe was het antwoord daarop vanzelf geweest: ‘Goed handelen is zó handelen als je vader altijd gedaan heeft’. Dàt werkte opeens niet meer; en in dezelfde tijd kwam Socrates met zijn beroemde slagzin: ‘Ik weet alleen dat ik niets weet’.
Dat is de oorsprong van de ironie, want wat Socrates werkelijk bedoelt, zegt hij niet hardop, hij laat de ander vrij om zelf te bedenken wat hij niet / wel weet. De waarheid ligt verborgen tussen de woorden die wij spreken.
‘En jij ander mens, weet óók niks’, bedoelt Socrates, ‘maar als wij nu samen gaan praten kunnen we op goede ideeën komen en op inspiratie voor goed handelen, want in het gesprek komen herinneren boven aan wat wij uit ons voorgeboortelijke bestaan hebben meegenomen, en dáár leven waarheid en weten en wijsheid’.

paard van Troje
Herkent de robot ironie? En misschien een eenvoudiger vraag: herkent de robot beeldspraak? In een gedachtenexperimentje vertel ik een robot het verhaal over de Trojaanse oorlog en het beroemde paard dat Odysseus daar bedacht, en vraag hem zijn oordeel: ‘De ronde, ommuurde stadstaat Troje is een beeld van het mensenhoofd, dat in een zelfstrijd, in een langdurige pijniging, zichzelf door een list van binnenuit verovert. Het tot dan toe door goden geleide mythologische denken wordt getransformeerd tot een eerste inspanning van menselijk vernuft. Het paard, Hippos, staat symbool voor het denken. De mens is een Hippocrates, een ‘paardenregeerder’, geworden! Hiermee hebben de goden hun ei (de schedel) gelegd voor de ontwikkeling van de mens als geïndividualiseerd denkend wezen. Wat tot dan toe de wereld toebehoorde en bezit was van de goden hebben zij met grote toewijding in de mens geplaatst’. Ontleend aan het boek van Jan Zee († 21 januari 2018): ‘WAT IS ANTROPOSOFIE? HET RAADSEL VAN HET IK VAN DE MENS’, uitgegeven in eigen beheer, Tweede verbeterde druk, Rotterdam, 2015; zie desteronline.nl/de-kunsthal-en-rudolf-steiner
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar