… maar alle wijst er op dat, integendeel, alles alleen maar nòg gekker zal worden. ‘Met ambtelijke onthoofding bereikt parlementschaos het kookpunt’, lees ik in Trouw van zaterdag. Alleen de woordkeus en beeldspraak al. Hier kan ik mij helemaal niets concreets bij voorstellen. De keuze van woorden over lichaamsdelen is een berucht hoofdstuk in de leer van de metaforen. Kampioen is deze uit de geschiedenis van de geneeskunde: ‘Over de inwendige bouw van het inwendig geslachtsorgaan van de vrouw heeft men eeuwen lang in het duister getast’. Hier is het juist omgekeerd: concreter kun je het niet maken, lijkt me.
Ter zake!
‘Het parlement dat wekelijks debatteert over nationale en wereldwijde crises, ligt nu zelf in puin’, begint het artikel. ‘Wat begon met een onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Khadija Arib, ontaardde vrijdag in het opstappen van de volledige ambtelijke top. Volgende week moeten alle 150 Kamerleden kleur bekennen. De Tweede Kamer is voor velen jarenlang geen veilige werkomgeving geweest – en eigenlijk nu nog steeds niet. Die harde, bijna onwerkelijke conclusie van de vrijdag afgetreden griffier Simone Roos zal komende weken blijven nadreunen in de gangen van het tijdelijke parlementsgebouw. De aanklacht is een politieke schandvlek: volksvertegenwoordigers maken niet alleen beleid, maar horen ook het goede voorbeeld te geven. Afgelopen weken, maanden en jaren was telkens het tegenovergestelde het geval. … … ‘. Enzovoort.
Wat moet ik als modale lezer hiermee?
Het lukt mij totaal niet adequate woorden te vinden voor wat dit in mij oproept. ‘Les fleurs du mal’, de bloemen van het kwaad, komt in mij boven. Dat is de titel van een bundel gedichten van Charles Baudelaire (*1821). Hij behandelt de kunst en de liefde. ‘De kunst roept natuurlijk het heelal van de droom op, van de verbeeldingskracht, daar waar de Geest over de wereld regeert en ontsnapt aan de Tijd; maar de kunst, voor Baudelaire, wordt eveneens gedomineerd door de Schoonheid, koud zoals het te veroveren marmer, moeilijk beheersbaar, bijna onbereikbaar’, kopieer ik van Wikipedia. ‘… In feite kan de sensualiteit die door zijn maîtresse Jeanne Duval wordt geïnspireerd net zo goed leiden tot dromerige bedwelming als tot een scherp gevoel van verlies. De geestelijke liefde (Mevrouw Sabatier) kan Baudelaires streven naar het Ideaal belichamen, maar het verhindert de dichter niet in 1861 in “de Bloemen van het Kwaad” de nederlaag van de Mens tegenover de Tijd te constateren.’ Weer van Wikipedia.
Illustratie: Jeanne Duval, geschilderd door Édouard Manet, Public Domain, commons.wikimedia.org
Ik begrijp nog niet voor de helft wat hier precies staat. In mijn benardheid zoek ik Mevrouw Sabatier bij Wikipedia. Dat levert het volgende op: ‘Apollonie Sabatier, pseudoniem van Aglaé Joséphine Savatier … onwettige dochter van Étienne Harmant, en van een wasvrouw genaamd Marguerite. Deze wasvrouw werd opgericht door de vader van haar dochter, kort na de geboorte van het kind, en … ‘; de rest is, excusez du peu, gewoon wartaal.
Maar is die laatste kwalificatie niet ook van toepassing op de teksten over de decapitatie die nu als running gag door ‘Den Haag’ gaan?
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar