Afgelopen zondag werd in Amsterdam het Nationaal Holocaust Museum geopend. De bijbehorende officiële plechtigheid vond in de Portugese Synagoge plaats. Het was een unieke gebeurtenis – indrukwekkend authentiek, ingetogen, bij tijden ietwat merkwaardig – enkele malen zagen de aanwezigen in de synagoge en wij voor de buis groepjes kinderen alvast door het museum lopen en elkaar uitleggen wat ze zagen, … ; als ik probeer woorden te geven aan wat ik er over denk, kom ik nauwelijks verder dan ‘Beyond Justice‘ – The Auschwitz Trial. Dat is de titel van het boek van Rebecca Wittman over het eerste proces dat in 1963, bijna twintig jaar na afloop, in Duitsland werd gevoerd over de leiders en personeelsleden van het kamp. ‘Aan gene zijn van alles wat wij begrijpen onder recht, rechtspraak, rechtsstatelijkheid etc.’
‘Waartoe is het recht op aarde? ‘Antwoord: ‘Als tegenwicht tegen de vrijheid van de mens.’ De vrijheid die de mens zoekt en soms ook een beetje vindt, leidt onvermijdelijk tot fouten. Daardoor wordt het evenwicht in de schepping verstoord. Het recht is er om die onevenwichtigheid tegen te gaan.
Door het nazi-bewind is die onevenwichtigheid buiten alle voorstelbare proporties doorgeslagen. ‘Je bent nog te jong om dat te begrijpen, zeggen we soms tegen kleine kinderen. Hier, inzake het nazi-bewind, is ‘de mensheid’ als geheel te jong om dit te begrijpen.
Maar hier kan ik het niet bij laten. Dat zou een armoedebod zijn.
De oplossing voor mijn dilemma staat in het plaatje met bijschrift.
(BIJSCHRIFT BIJ PLAATJE)
Manfred Uhlmann was de zoon van een textielkoopman. Hij groeide op in Stuttgart, waar hij naar het Eberhard-Ludwigs-Gymnasium ging. Vervolgens studeerde hij Rechtsgeleerdheid in Freiburg. In 1925 promoveerde hij op een proefschrift over gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid (partielle Zurechnungsfähigkeit). Vanaf 1927 was Uhlman werkzaam als advocaat. Hij achtte het vanwege zijn Joodse afkomst en zijn eerdere politieke activiteiten verstandig om naar Frankrijk te vluchten. Zijn beroep kon hij daar in ballingschap niet uitoefenen en hij trachtte in zijn onderhoud te voorzien als journalist, kunsthandelaar en schilder.
Ondanks het feit dat Uhlman vanaf zijn vierendertigste een reputatie wist op te bouwen als een verdienstelijk kunstschilder, is hij tegenwoordig vooral bekend als schrijver. Zijn oeuvre is klein en daaruit maakten met name de de autobiografie The Making of an Englishman uit 1960 en de novelle Reunion (1971) furore. Reunion verscheen aanvankelijk in een oplage van slechts 700 exemplaren, maar werd in 1977 heruitgegeven met een lovende inleiding van Arthur Koestler, die de novelle ‘een meesterstuk’ noemde. Sindsdien is dit werkje in negentien talen uitgebracht en wordt het nog steeds herdrukt. Het is door Robert Warmenhoven in het Nederlands vertaald als Hereniging (1978). “Hij verscheen in mijn leven in februari 1932, en is er nooit meer uit verdwenen”, luidt de openingszin. Hereniging vormt met zijn subtiliteit en tegenstrijdigheid van gevoelens een klein, nooit te overtreffen meesterwerk. H.V.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar