Tussen 1980 en 1988 was in Nijmegen Daniël de Moulin hoogleraar in de geschiedenis van de geneeskunde. Ik was toen net gepromoveerd op een onderzoek naar de geschiedenis van de geneeskunde als een lange reeks grote en kleine wetenschappelijke revoluties, en kon daar creatief over spreken met De Moulin. Minstens één keer heb ik hem in die tijd gehoord over iets dat dan soms bij hem boven kwam. De herinnering eraan is uniek. Een zeldzame mix van aarzeling, ongeloof en heilig ontzag voor de betekenis van wat hij ging zeggen klonk dan in zijn stem en houding door. ‘Je zou haast kunnen gaan denken’, zei hij dan bijna verlegen, ‘dat we in deze tijd misschien ook een wetenschappelijke revolutie in de geneeskunde meemaken.
In een mix van terughoudendheid, beleefdheid en ironie steunde ik hem dan in zijn oordeel. Want steunen kon en moest ik hem van harte. En nu, dertig jaar later, geef ik hem nog veel meer gelijk. Wie van enige afstand kijkt naar wat in de geneeskunde en gezondheidszorg gaande is en niet, met permissie, stront in z’n ogen heeft, ziet daar praktisch elke dag revolutionaire veranderingen.
Vorige maand was het bijvoorbeeld weer eens raak inzake alternatieve geneeswijzen. Op 17 september meldde de krant dat de rechter had bepaald dat alternatieve artsen niet btw-plichtig zijn. Dat was even schrikken!
Op 1 januari 2013 was de de btw-heffing voor hen ingevoerd. De legendarische dr. Cees Renckens, gynaecoloog te Hoorn en tot voor kort voorzitter van de Nederlandse Vereniging tegen Kwakzalverij (NVTK), had superzaken geroken en zijn kans schoon gezien. In de hectische weken rond de totstandkoming van het Lenteakkoord in 2012 was de politiek te land, ter zee en in de lucht op zoek naar besparingen, en uit de snelkookpan van de onderhandelingen borrelde de invoering op van btw op alternatieve geneeswijzen. Die zou, zo hield Renckens de politiek voor, 65 miljoen euro per jaar opleveren. Deze omzetbelasting zou opgebracht moeten worden door alle aanbieders van alternatieve behandelingen – artsdiploma of niet. ‘t Zijn in wezen toch allemaal kermisgasten, die alterneuten, zo luidt het officiële credo van de NVTK, dus als je ze niet verbieden kunt is het in elk geval mooi meegenomen als je ze een poot kunt uitdraaien.
De verantwoordelijke politici, niet gehinderd door juridisch inzicht, laat staan door kennis van de geneeskunde, vonden het een prachtig plan en zo geschiedde.
Maar het blijkt een zeepbel. Dat is het gevolg van vele processen die door individuele artsen en beroepsverenigingen zijn aangespannen tegen de heffing. De uitkomst daarvan: de fiscus mag geen onderscheid maken tussen reguliere geneeswijzen en therapieën van alternatieve artsen en behandelaren.
Zo stond het twee dagen na Prinsjesdag in de krant. Intern was het natuurlijk al lang bekend. Maar binnen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft dit baanbrekende nieuws kennelijk een totale non-impact gehad. Een mooi toeval maakt dat een actueel plaatje beschikbaar is dat deze onbenulligheid treffend illustreert. De verantwoordelijke minister past ter ere van de vergadering van de beide Kamers van onze Staten Generaal een hoedje dat bij haar imago past.
Terugdenkend aan Daniël de Moulin voel ik een mix van wanhoop en woede over de manier waarop de verantwoordel i j ken voorbijkijken aan wat ik met steeds grotere zekerheid weet. We leven in de geneeskunde middenin een wetenschappelijke revolutie.
recent commentaar