Op mijn column van vorige week kreeg ik een aantal leuke reacties, reden genoeg om nog eens aandacht te besteden aan winterse buitenspelen. Het getal elf wordt vaak in verband gebracht met november, de 11e maand. Dat is op zich al fout, want in het Latijns betekent het de negende maand. Maar goed, men doet dat. Ik niet. Voor mij hoort het getal 11 bij februari. Ten eerste had je vroeger de Elfstedentocht en vaak – ook dit jaar – valt het carnaval, georganiseerd door de Raad van Elf in deze maand. Reden genoeg om daar eens bij stil te staan. Hoe komt het kleine en vergeleken met onze stad onbeduidende Friesland toch aan elf steden? Als zij een schaatstocht hebben, dan moeten wij die toch ook hebben? Waarom organiseren wij hier dan geen StedenTocht? Hierbij mijn voorstel. In een aantal grote gemeenten om ons heen worden ‘s-winters ijsbanen neergezet.

Bij ons in De Esch, maar in andere gemeenten om ons heen ken ik er ook een paar. We starten natuurlijk bij Tropicana of onze Markthal. Om 8 uur ‘s morgens verzamelen we daar. Licht ontbijt en dan met zijn allen naar de schaatsbaan in De Esch. Met de fiets of met klaarstaande bussen. Vrij schaatsen voor iedereen tot 12 uur. Dan krijgt ieder een lunchpakket mee (of een lunchadvies voor in de buurt) en hup naar de volgende ijsbaan, richting De Uithof in Den Haag. Fietsen kunnen naar die locatie vervoerd worden, als het slecht weer is. Toch een uurtje fietsen. Daar het middagprogramma: een wedstrijdschaatsprogramma, races van 1 km voor de liefhebbers, de rest doet waar hij zin in heeft. Met mooie culinaire prijzen, te verzilveren in ons gebied, dan hebben wij er ook wat aan. En als dan alle prijzen gewonnen zijn, met zijn allen naar SnowWorld in Zoetermeer. Avondprogramma: skiën, snowboarden en/of glühwein. Daarna tevreden naar huis. En hoe noemen we dat? De II-stedentocht (= tweestedentocht). Beginstad (Rotterdam) en eindstad (Zoetermeer) ieder jaar hetzelfde. Maar ertussenin ieder jaar een andere lokale ijsbaan. Zo doen wij dat hier. Ik heb gezegd.

Eduard Schuringa