Na een lange komkommertijd is hier nu dit EUREKA- nummer van De Ster. Mijn stukje gaat opnieuw over wetenschap en kennis – hetzelfde onderwerp als drie weken geleden. Dat ging vooral over Diederik Stapel, de wereldberoemde Nederlandse psycholoog die twee jaar geleden werd ontmaskerd als een bedrieger en werd ontslagen als hoogleraar. Die zaak is nog steeds actueel. Daar heeft Stapel zelf voor gezorgd door de publicatie van zijn autobiografie en de aankondiging dat hij als zzp’er nu zijn kennis en ervaring gebruikt in een nieuwe werkkring als persoonlijk coach en biografisch consulent. Filosofisch is en blijft het hot stuff. Daarover gaat het deze week.

De kiem voor wat de affaire Stapel zou worden ligt in een onderzoek van de Amerikaanse psycholoog John Bargh (1955). Die onderzocht hoe onbewuste kennis ons gedrag kan meebepalen. In het verschenen boek over de affaire Stapel van Ruud Abma, dat ik in mijn vorige stukje noemde, staat het zo: ‘Proefpersonen kregen de opdracht om zinnen te maken uit een verzameling losse woorden. De ene helft van de proefpersonen – de zogenoemde experimentele groep – kreeg woorden te verwerken die betrekking hadden op ouderen, de andere helft – de controlegroep – kreeg neutrale woorden. Na het inleveren van de opdracht moesten de proefpersonen de zaal verlaten en van iedere proefpersoon werd nauwkeurig geklokt hoe lang hij of zij daarover deed. De proefpersonen uit de experimentele groep deden er aanzienlijk langer over om de zaal te verlaten dan de anderen. Dit is een klassiek voorbeeld van primingonderzoek: geef mensen een stimulus (de ‘prime’), zonder dat ze doorhebben dat deze een bepaald verband heeft met gedrag dat ze later (moeten) vertonen.’ Tot zover Abma.

Hùh?? ‘Gedrag dat mensen moeten vertonen”? Wat moet dat woordje ‘moeten’ hier? En waarom die haakjes eromheen? In die vragen zoek en vind ik het geheim van de affaire Stapel. Wij nemen vanzelf aan dat ouderen alles langzamer doen dan jongeren. En zo nemen we nog veel meer aan. Bijna niets weten we zeker. We leven in een mentale omgeving die vergeven is van hele en halve en op niets gebaseerde zekerheden die vaak niet te onderscheiden zijn van schijnzekerheden. Op zoek naar zekerheid bedenken we expertimenten. Hun uitkomsten moeten zekerheid geven. Maar stiekem hopen we vooraf al dat die uitkomsten dan bevestigen wat we al meenden. Confirmation bias heet dat. Elke eerlijke onderzoeker beseft dat hij behept is met dit overal-bevestiging-willende-zoeken vooroordeel. Maar de ene onderzoeker is eerlijker dan de andere. Wanneer uitkomsten van een experiment steun geven aan deze of gene aanname die je al hebt, is het verleidelijk je resultaten een beetje in de gewenste richting te ‘masseren’ zoals het heet.

Als je eenmaal in de richting begint, kun je op een hellend vlak komen en slotte te pletter vallen. Praktisch op de dag waarop Stapel werd ontmaskerd, meldde een persbericht van de Radboud Universiteit dat door Stapels collega Roos Vonk, bekend pro-dier activiste, experimenteel-wetenschappelijk was aangetoond dat mensen van alleen al denken aan vlees zich hufteriger gaan gedragen. Het bleek allemaal verzinsel. En dat bleek bij bijna het hele werk van Stapel ook het geval. Hoe kon dat zó lang zó fout gaan zonder dat iemand het merkte? Het antwoord is heel eenvoudig. Filosofen hebben altijd geweten dat we bijna alles wat we menen te weten zomaar aannemen, maar wetenschappers willen daar niets van weten en houden daarom de filosofen met nadruk buiten de deur. Omgekeerd maak je als wetenschapper in de media de blits met verhalen in de trant van de ‘vleeshufters’. Zo krijg je geld voor verder zogenaamd onderzoek dus tel uit je winst.

Kennismanipulatie

In de serieuze regionen van de wetenschap bezint men zich erover hoe het verder moet nu deze beerput is overgelopen. Ik ben somber over de afloop. ‘Geld stinkt niet’, heet het, maar ik voorzie een toekomstige wetenschap die alleen nog bestaat uit vinkjes ‘vind ik leuk’ bij zwetsverhalen op Facebook en geautomatiseerde kennisverwerking die niet meer te onderscheiden is van geautomatiseerde kennisverwerving [lees even goed wat hier staat. Hier staat ‘geautomatiseerde kennisverwerKing die niet meer te onderscheiden is van geautomatiseerde kennisverwerVing’]. Hùh?

Het verhaal is zo gruwelijk dat het nog lang niet uit is. Volgende week verder.

Hugo verbrugh