Rotterdam is als je bed in de winter – je wilt er niet in, en je wilt er niet uit.
Is dat een vorm van liefdesverklaring aan Rotterdam? Misschien komt die vraag 23 mei ter sprake. Dan houdt Willem Schinkel de Rotterdam Lezing 2013 onder de titel ‘Liefde voor de stad zonder hart’.
De lezing geeft ‘een kleine sociologie van de stadsliefde’, aldus de organisatoren. Ze lichten het in bloemrijke taal toe.
Wat betekent het om te houden van een stad? Houdt de stad ook van jou? Kan liefde zo eenzijdig bestaan? Die vraag is nog prangender als die stad Rotterdam is: hoe te houden van een stad zonder hart? Te midden van de vaak herhaalde Rotterdamse harteloosheid, blijkt toch dat er een diepe liefde voor Rotterdam gevoeld wordt.
Die liefde is voor socioloog Willem Schinkel aanleiding om stil te staan bij wat het betekent om van de stad te houden. Zijn stadsbewoners die van hun stad houden gewoon narcisten en hebben ze eigenlijk zichzelf lief? Of ligt in de liefde voor de stad ook een ethische opdracht besloten? Zo ja, hoe verhoudt die zich tot pogingen van de stedelijke politiek om burgers te betrekken bij de stad, en tot de vele pogingen het ‘verloren hart’ van Rotterdam te herstellen?
Dat zijn de vragen die in de Rotterdam Lezing aan de orde gesteld worden. Dat gebeurt op basis van een kleine sociologie van de liefde, toegepast op Rotterdam. De conclusie geeft Willem Schinkel al weg: er is geen stad die zo ideaal is om van te houden als Rotterdam!
Prof. dr. Willem Schinkel is bijzonder hoogleraar Sociologische Theorie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Komt allen de 23e om 20.00 uur, Citykerk Het Steiger, Hang 18, toegang gratis, reserveren aanbevolen. Op de site van De Ster staat de link naar het aanmeldingsadres. Organisatie: Studium Generale & Erasmus Cultuur, Erasmus Podium, Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam.
Wat een ambitieus project! Alleen al de vraag! Wat is liefde (eigenlijk)?
Ik citeer twee deskundigen: (1) de auteur van het lemma ‘Liefde’ van het Historische Woordenboek van de Filosofie van Joachim Ritter e.a. (red.). Die zegt het ongeveer zo: ‘Liefde is a) het geheel van eenheid- bewerkstelligende relaties tussen bezielde of als bezield gedachte wezens en b) de kracht die je voelt die werkt op het streven, het verlangen, de begeerte om die relaties te realiseren en en te versterken’. Op de site van De Ster zal ik er uitvoeriger over schrijven.
De andere deskundige is de vrouwelijke hoofdpersoon van de film van Marcel Carné ‘Les Enfants du Paradis’ (De jongelui van de engelenbak, Marcel Carné, 1946). Ze heeft heel weinig woorden nodig: ‘C’est tellement simple, l’amour’ [= Het is zó eenvoudig, de liefde. Red.]. Dat het in werkelijkheid toch niet zó eenvoudig is, bewees de actrice die Garance speelde, Arletty [1898-1992], tijdens de Duitse bezetting. Toen ze daarvoor na de bevrijding gepakt werd, gaf ze als excuus ‘Mon coeur est français, mon cul est international’ [vertaling en commentaar zie de site van De Ster].
Hugo Verbrugh
Liebe
I. Antike. – 1. Der Begriff ‹L.› meint: a) die einheitsstiftenden Beziehungen zwischen beseelten oder als beseelt gedachten Wesen und ist daher verwandt mit Freundschaft; b) die empfundene, auf solche Vereinigung hinwirkende Kraft und ist daher verwandt mit Begehren, Verlangen, Erstreben.
Der Begriff läßt sich nicht nach Gebieten lokalisieren: er gehört zur Metaphysik und Kosmologie ebenso wie zur Anthropologie, Theologie, Psychologie, Geschichtsphilosophie, Ethik oder Politik. Für den sprachlichen Gebrauch ergibt sich aus dem gleichen Grunde eine Vielzahl von Bezeichnungen, die gelegentlich vertauschbar, aber niemals streng synonym sind. Infolgedessen treten Wortgeschichte und Begriffsgeschichte weitgehend auseinander.
[Historisches Wörterbuch der Philosophie: Liebe. HWPh: Historisches Wörterbuch der Philosophie, S. 16799
(vgl. HWPh Bd. 5, S. 290)]
Liefde vraagt dagelijkse oefening. Je kunt je aanmelden voor een dagelijkse Rotterdamse scheurmail: http://www.scheurmailrotterdam.nl/ .