Vanavond ga ik op pad en neem mee: een zaklantaarn, een veiligheidshesje en een plamuurmes. U raadt nooit wat ga ik doen, dus ik zal het meteen vertellen: ik ga padden, salamanders en kikkers helpen oversteken.
De paddentrek, daar heeft u misschien wel eens van gehoord. In het vroege voorjaar, als de temperatuur stijgt en de lucht vochtig genoeg is, trekken amfibieën bij het vallen van de avond massaal van hun winterverblijven naar het water om zich voort te planten. Het gaat om afstanden tot wel enkele kilometers. En daarna gaan ze weer terug.
Dat hebben ze tijdenlang probleemloos gedaan, maar inmiddels doorsnijden allemaal wegen hun trekroutes en worden ze vaak doodgereden. Ze lopen namelijk niet zo rap. En tegen een auto die met een snelheid van 60 km per uur voorbij raast, kunnen ze niet op. Op sommige plaatsen dreigden hierdoor hele populaties te verdwijnen. Daarom zijn er in het hele land vrijwilligers die hen helpen. Zij pakken – met blote handen, want dat is het beste – de diertjes van het asfalt en zetten ze aan de andere kant van de weg neer zodat ze ongedeerd hun weg kunnen vervolgen.
Denkt u nu: “Brrr, mij niet gezien”? Dat snap ik. Ik moest ook een drempel over. Maar je hoeft ze gelukkig niet te kussen, alleen voorzichtig vast te pakken. Toen ik de eerste keer een pad in mijn handen had, was ik verrast hoe zacht zijn huid aanvoelde en ving ik een glimp op van de kwetsbaarheid, maar ook van de onverschrokkenheid van het diertje. Ik voelde even het oeroude instinct dat maakt dat hij deze gevaarlijke tocht steeds weer maakt.
In het uiterste noorden van Rotterdam is ook zo’n paddentrekplek. KNNV Delfland organiseert daar de vrijwilligers. Vorig jaar zetten we samen 409 dieren veilig over. Helaas vonden we ook 72 dode dieren. Er staan waarschuwingsborden, maar weggebruikers rijden er vaak toch nog te hard langs. Daarmee kom ik op het plamuurmes. Dat is nodig voor de ietwat griezelige kant van dit werk: als een dier toch is doodgereden, schrapen we hem van het asfalt en leggen ‘m in de berm.
Als paddenoverzetter moet je accepteren dat je niet alle dieren kunt redden. Hebben we op de heenweg alle dieren overgezet, dan vinden we er op de terugweg toch weer eentje die zonder onze hulp de oversteek heeft gewaagd en dit niet heeft overleefd. Tja, die enorme voortplantingsdrang… alleen een wegafsluiting is dan een afdoende oplossing. Maar zolang dat geen optie is, biedt de hulp van de “padden-klaarovers” gelukkig uitkomst.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
recent commentaar