Toen ik zes was waren de feestdagen altijd druk, een huis vol opa’s en oma’s, tantes, grappen makende ooms. Ik werd door oma op schoot genomen of speelde met Oom Piet op de grond met een treintje, terwijl de tantes aan een advocaatje met slagroom zaten. Ik was niet ongelukkig, maar ook niet gelukkig, want ik wist het verschil nog niet omdat geluk zo gewoon was.
Toen ik zelf kinderen kreeg zat mijn huis met de feestdagen ook altijd vol. Onze beide ouders, oom Joop, onze leuke tante Rita, schoon zussen en zwagers. Het was altijd reuze gezellig en ook echt feest en ik besefte dat terdege, want inmiddels wist ik dat geluk helemaal niet gewoon is.
We zijn nu weer jaren verder en het is december en weer feest. We hebben, zoals gewoonlijk, een huis gehuurd, deze keer in Beekbergen, om met zijn allen kerst te vieren. Mijn vader en moeder zijn dood, mijn schoonouders ook, Joop is er niet meer en ook onze leuke tante Rita is dood. Er was er nog één over. Ééntje, waarmee ik al de laatste 45 kersten heb gevierd, die al die anderen nog een beetje vertegenwoordigde: onze tante Nel. Maar zelfs tante Nel ligt alweer meer dan een half jaar op ‘Oud Kralingen’ (begraafplaats). Ik kan het niet laten, maar dat stemt mij treurig.
Mijn vrouw is nuchter in die dingen: ,,je moet je niet aanstellen. Wees blij dat al onze kinderen komen met hun aanhang en de zes kleinkinderen. Het wordt nog druk genoeg. Bovendien overkomt dit toch iedereen. Dat is het leven”. Ze heeft gelijk, maar daarom is het leven ook niet leuk. Iedereen waar je van houdt gaat dood. Dit is mijn eerste kerst zonder gezellige ‘ouwetjes’. Ik ben het zelf geworden.
Ontroerend,Jacques.
Ik heb nog een filmpje waar jullie opstaan(in het Park) en ik geloof dat tante Nel er ook op staat. Ik hoor het wel als je het wilt zien. Groetjes Ria.
Mooi stukje Jaques.
Je zwager Gerrit uit Zierikzee