De column heeft vandaag geen heilige. Die was er vandaag niet, een volgende keer beter. Tot mijn verbazing stonden zaterdag vrienden uit Hengelo (O) voor mij op mijn kamer. Mevrouw Agterbosch bracht Le Monde mee en Wijnand Buursink had een tas met zaken uit kringloopwinkels bij zich. Ik heb geen tijd gehad om te zien wat het was. Ik heb het in mijn kast opgeborgen.

Na het worstelen met het lint is dat nu eindelijk opgelost. De redactie kan zien dat de helft van de column met een uitgeput lint is getikt. Ik ben geen techneut en alles wat techniek is, is voor mij moeilijk. De NRC ligt nog op mij te wachten: de column gaat voor. Mijn kamer heeft vier muren en een daarvan is vol plaatjes uit de krant. Het is allemaal kunst. De laatste tijd heeft de NRC minder kunstfoto’s. Waarom dat is, weet ik niet.

De gasten uit Hengelo (O) hadden in Sneek Le Monde voor mij gekocht. Dat is nog eens een goede krant. Hij ligt te wachten om gelezen te worden. Het lint doet het weer goed, maar mijn handen zijn zwart van de inkt. Het toetsenbord van mijn schrijfmachine is ook grauw in plaats van wit. Dat komt straks als de column klaar is. Dat zal wel tegen het nieuws van 8 uur ofwel 20 uur zijn. Ik luister intussen naar de Matthäus Passion van J.S. Bach, gespeeld onder de dirigeerstok van Gustav Leonhardt. Tegenwoordig eet ik in de avond op mijn kamer. Dat scheelt tijd. Want K. doet 3 kwartier over 3 boterhammen. Omdat ik aan 1 boterham genoeg heb was het 3 kwartier wachten tot hij zijn 3 boterhammen soldaat gemaakt had. Toen Gustav Leonhardt de Matthäus Passion dirigeerde was hij 61 en zijn knappe kop staat op het In Memoriam.

Veel gebeurt hier niet en ik amuseer mij toch wel. De NRC is goed voor een uur. Dan lees ik een Frans boek van de schrijver Philippe Hériat. Van hem kan ik nergens iets vinden, hij komt niet in de Larousse voor. Nu begin ik te geloven dat het papier vol is en dat ik niet voor niets mijn best heb gedaan.

Robin Adèr