12 februari 2013 Ste Eulalie. Het is op dinsdag dat ik aan mijn column begin. Maandag was de krant interessant en kostte mijn maandagavond. Woensdag moet ik mijn gezicht laten zien bij onze kapster. Zij wordt naar het schijnt betaald door mijn nicht Sjoukje. Dat is weer een zorg minder.

Het Franse nieuws heb ik gezien maar er was niets bijzonders. Soms is het Franse nieuws beter dan dat van Hilversum, omdat er allerlei lieden optreden die een stukje van het nieuws van commentaar voorzien. De krant, NRC / Handelsblad is achter de kiezen. Dat kost toch een uurtje. De laptop staat Mozart te spelen, naast mijn schrijfmachine. Er is vandaag niets gebeurd hier wat de moeite waard zou zijn om in mijn column te vermelden. Waar zou het Hollandse nieuws uit Hilversum over gaan?

Als De Ster is gearriveerd, lees ik hem helemaal. Ik vind de stukjes van Jacques Beket aardig. Eduard Schuringa vind ik net iets minder. Dan is er nog Hugo Verbrugh. Dat zijn goede stukjes met een onderwerp. Ik was van plan zijn stuk over NRC / Handelsblad aan de hoofdredacteur te sturen. Dat is nog niet gebeurd. Ik moet daarvoor de goede Ster uit de hoop halen. Ik bewaar alle Sterren. Mozart is weer heel mooi op dit moment en het is eigenlijk jammer er doorheen te moeten typen. Dat is even niet anders mogelijk.

De eerste pillen heb ik al gehad. Straks komen andere. Dan ga ik naar bed. Als ik slaap word ik niet gestoord door dromen. Dat is een rustig idee. Het Franse boek van Philippe Hériat heb ik uit maar er is niets over te vertellen. Wel leuk was een brief uit Hengelo (O) met een kopie uit een moderne encyclopedie met alles over Hériat. Nu lees ik iets van Georges Ohnet. Dat leest gemakkelijk en wie weet schrijf ik er nog eens over. Ik hoop dat de moderne encyclopedie ook George Ohnet bevat. Ik weet waar dat boek zich bevindt, namelijk bij mevrouw Agterbosch in Hengelo (O). Als deze column klaar is kijk ik naar het avondnieuws en zo wordt een eenvoudige jongen toch steeds een stukje wijzer. Het papier is vol en ik teken.

Robin Adèr