Wanneer alles volgens plan verloopt, krijgen we woensdag 22 mei op de televisie bij Pauw het debat tussen Rutte en Baudet. Voor zover ik mij daar iets bij kan voorstellen, zal Rutte dezelfde lijn volgen als vorige week dinsdag bij Nieuwsuur. Daar gaf hij een overzicht van wat hij inzake Europa en Nederland wil en deed dat in elk geval zo, dat het mij zeer aansprak. In mijn eigen woorden samengevat: ‘Ik moet als minister-president voor twee dingen zorgen: veiligheid en een goede economie’. Hij herhaalde het enkele malen, bijna als ware het een mantra [≈ ‘Een gedicht, woord, uitspraak of een lettergreep die het midden houdt tussen een spreuk met magisch effect en een gebed. In sommige gevallen wordt hij herhaald en is hij bedoeld als een continue recitatie (chant). Voor de herkomst van het woord “mantra” zijn er verschillende verklaringen’ (Wikipedia). Mijn gebruik van dat woord in dit verband klinkt misschien als spot of andersoortige kritiek; het tegendeel is het geval. Rutte is, althans ik vind Rutte, gewoon een in alle opzichten goede politicus. Als ik niet om allerlei redenen bezwaren had tegen de VVD, zou ik waarschijnlijk op hem stemmen (zoals de politieke vlag in Nederland er nu bij hangt, stem ik altijd op de Partij voor de Dieren: desteronline.nl/vlinderbescherming-is-voortzetting-van-de-politiek-met-andere-middelen)].

De associaties van ‘mantra(m)’ met magisch, gebed, chant, mogen niet verhullen dat zulke ritmisch klinkende kernachtige woordcombinaties in de geschiedenis belangrijk, vrijwel zeker soms doorbraak bewerkstelligend hebben gewerkt. Ik noem zomaar een paar voorbeelden: Britannia rules the waves, Nederland moet groot zijn in de dingen waar een klein land groot in kan zijn, of, een voorbeeld met een intussen perverse, onbruikbaar geworden strekking, ‘Ein Volk, ein Reich, ein Führer’ [≈ betreft onze zgn. Oosterburen 1933-1945].

Maar de op afstand de bekendste is natuurlijk Liberté, égalité, fraternité: vrijheid, gelijkheid, broederschap, lang voor de Franse Revolutie al gepromoot door de Vrijmetselaars. Dáárvan is de kop boven mijn stukje deze week een variant. De variatie zit ‘m vooral in de ‘broederschap’; de eerste twee zijn routine: ‘Rutte ≈ vrijheid spreekt vanzelf, gelijkheid is eenvoudig (dat schrijft de wet voor), alleen de fraternité is tegenwoordig echt een heel ander verhaal dan de maçons erbij vertelden.

Deze stelling baseer ik op het historische gegeven dat de eerste geschreven tekst over geld ging. Het plaatje (overgenomen uit Wikipedia) illustreert dit. ‘Het begin van de schrijvende mens gaat terug tot diep in de prehistorie’, legt Wikipedia er bij uit. ‘Vroege agrarische gemeenschappen uit het 8ste millennium v. Chr. kregen voor het eerst te maken met zaken als landbouwoverschotten en veestapels en daarmee kwam ook het fenomeen “handel” op aarde. Niet iedereen had immers dezelfde overschotten en tekorten, dus was het interessant om het een tegen het ander uit te ruilen. Om dat goed te laten verlopen werd het noodzakelijk voorraden bij te houden en daar moest een systeem voor worden bedacht.’ En dat ‘vee’ in die hier genoemde ‘veestapels’ leeft voort in het Latijnse woord ‘pecunia‘, dat bij de oude Romeinen ‘vee’ betekende en nu bij ons ‘geld’. Als je goed kijkt, is de wereld soms verrassend klein.

Hugo Verbrugh


Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)

Dit veld is vereist.
Lees hier de privacyverklaring Hiermee geeft u toestemming om wekelijks een nieuwsbrief te ontvangen.