Wie kent het verhaal niet. Ik smulde in mijn kinderjaren al van de bijzonder spannende ontdekking die Howard Carter had gedaan in 1922. Het is er nooit van gekomen om naar Egypte te gaan en nu hoeft dat ook niet meer van mij. Afgelopen zondag heb ik deze geschiedenis intens beleefd en met mijn eigen ogen gezien wat toen, na 3000 jaar weer het zonlicht zag.

Afgelopen zondag zijn wij naar de tentoonstelling geweest in Amsterdam over Toetanchamon. De reden dat hij de meest beroemde farao is geworden komt alleen omdat zijn graf ongeschonden is gevonden en niet al was leeggeroofd. Maar wat er is gevonden is dan ook ongelooflijk uniek en bijzonder. Op de expositie zijn nauwkeurige replica’s te zien van alle voor – werpen die egyptoloog Howard Carter op de kop af negentig jaar geleden in de graftombe van deze farao aantrof. Die ontdekking en opening van het graf probeert men de bezoekers te laten meebeleven.

Op 4 november 1922 ontdekte Carter in de rotsen traptreden die naar een stenen deur leidden. De verzegeling op de deur leek intact. Hij wachtte eerst nog drie weken met het openen van het graf op zijn geldschieter Lord Carnarvon die uit Londen moest komen. Alles van deze expositie is interessant, maar het meest bizarre zijn de vier gigantische schrijnen die er staan en die vroeger in elkaar pasten als matroesjka-poppetjes. Op de expositie is alles uit elkaar gehaald. In de laatste schrijn bevond zich in het echte graf een dubbele sarcofaag (stenen doodskist) met het gemummificeerde lichaam van de dode koning, voorzien van het massief gouden dodenmasker, het mooiste ooit in een Egyptisch graf gevonden. Ik wilde toch ook een originele foto maken, dus u ziet nu eens de achterkant van het dodenmasker.

Achterkant dodenmasker Toetanchamon.

Jacques Beket