Tijdens de Tweede Wereldoorlog vatte de Amsterdamse uitgever Fred von Eugen een zodanige afkeer op tegen alles wat Duits is, dat hij besloot zijn leven ná de oorlog te wijden aan het uitroeien van die taal als wetenschappelijke wereldtaal, en te bevorderen dat in plaats daarvan het Engels die functie kreeg. Daartoe richtte hij de stichting Excerpta Medica op. Die werkte dit voornemen van Von Eugen onder meer uit door een organisatie te maken waarin medisch-wetenschappelijke onderzoekers volgens strikte richtlijnen over hun werk publiceerden – in het Engels. Deze publicaties gingen de hele wereld door, en zó ontstond het systeem zoals de medische wetenschap dat wij nu kennen en dat wereldwijd effectief is. Eén van de bedoelde richtlijnen was, en is nog steeds dat elke publicatie een samenvatting van enkele tientallen woorden had resp. heeft, en een van de consequenties van die richtlijn is dat een tekst die zich niet zó laat samenvatten, alleen al om die reden niet gepubliceerd wordt.
In de afgelopen decenniën is dit format van publiceren algemeen geldig geworden. In alle serieuze media heeft een artikel dat algemene zakelijke informatie wil overbrengen altijd een of meer begrijpelijke oordelen, waarmee de lezer het dan heel duidelijk wel of niet, of deels wel deels niet, eens kan zijn.
Een fascinerende uitzondering op die regel stond in dagblad Trouw van vrijdag 30 september. Bert Keizer schreef daar op blz. 37 zijn wekelijke column onder de titel ‘Ik wil dat mijn ouders écht in de hemel zijn, ook al zegt de wetenschap van niet’, een tekst van 827 woorden die bij mij de herinnering opriep aan een anekdote. Iemand vroeg eens aan het eind van de dag aan de Engelse dichter Housman of hij die dag hard gewerkt had. ‘Ik heb me te pletter gewerkt’, antwoordde de dichter. ‘Eerst heb ik de hele ochtend gewerkt om een komma in een gedicht te krijgen en daarna heb ik de hele middag gezwoegd om hem er weer uit te krijgen’. We hebben geen redenen om te twijfelen aan de juistheid van de mededeling van Housman, maar toch weten we niet bij benadering wat zich in de loop van de dag in zijn geest heeft afgespeeld. Over wat zich in de binnenwereld van een ander subject afspeelt, kunnen we alleen indirect iets weten. Maar strikt genomen is dat met alle kennis over alle onderwerpen altijd het geval. Kennis verwerven, ´geest(elijk voedsel)´ opnemen en verteren, gaat op een andere manier dan fysiek voedsel opnemen en verteren. Kennis overdragen aan een ander is een essentieel ander soort proces dan bij iemand een pakketje afgeven. Kennisverwerving is een actief proces waar je met je volle bewustzijn bij betrokken moet zijn.
Een ander kenmerk van de richtlijnen van Excerpta Medica is het zogeheten peer review: de beoordeling wetenschappelijke publicaties door ‘gelijken’ (het Engelse woord peer is afgeleid van het Latijnse par[es] = gelijke), evenzeer competente ‘beoordelers’. Hierbij nodig ik alle lezers van dit stukje als ‘gelijken’ uit om de column van Keizer te ‘reviewen’ en/of er een samenvatting van te maken: klik trouw.nl/zorg/ik-wil-dat-mijn-ouders-in-de-hemel-zijn-al-zegt-de-wetenschap-van-niet en als alle goed gaat, zal de tekst op uw scherm verschijnen.
Bij wijze van leeswaarschuwing noteer ik dat ik geen erkende schriftelijke documentatie heb voor het verhaal over Von Eugen. Ik heb het een jaar of vijftig geleden mondeling gehoord van medewerkers van Excerpta Medica toen ik daar betrokken was bij een internationaal wetenschappelijk onderwijsproject over algemene pathologie.

Foto: Wikimedia
Het plaatje illustrere wat een immense macht de medische wetenschap thans heeft.
Volgende week komt het antwoord in de titel van dit stukje.
Meld u aan voor De Ster nieuwsbrief (U ontvangt een bevestigingsmail)
Trackbacks/Pingbacks