Het beeld van de vluchtelingen, die vluchten voor de oorlog maar ook voor een beter toekomstperspectief, was jarenlang dat ze er miserabel en mistroostig uitzagen als zij aankwamen in het ‘beloofde land’, het land waar ze naartoe vluchtten. En de bevolking van dat land vond het geweldig als ze die mensen konden omtoveren, zoals assepoester werd omgetoverd tot een stralend jong meisje op het bal van de prins. Dat voelde goed. Daar konden de bladen vol van staan hoe die groep geruisloos was opgenomen in de maatschappij. Iedereen zette zich in waar nodig.

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden in dat beeld. De vluchtelingen zien er nog steeds belabberd uit door het maandenlange zwerven of zich nauwelijks of niet kunnen wassen. Maandenlang zwerven door bossen en verlaten streken met levensgevaar. En niet te vergeten, de mentale uitputting. Die is niet te zien maar die is er wel. Elke redelijke burger weet dat ‘de klap’ nog moet komen. Het beeld is niet meer die miserabele, armoedige, uitgehongerde, haast kreupele mensen, die deze kant uitkomen. Het zijn soms zelfs goed geklede mensen. Ik word daar heel blij van omdat ik verder kijk. Die moesten op stel en sprong vertrekken. Ze hadden dat waarschijnlijk op dat moment aan, denk ik. Het is het enige tastbare dat ze nog hebben van vroeger. Het enige dat hen nog herinnert aan die ‘goeie oude tijd thuis’. Dat thuis dat nooit meer hun thuis zal zijn. Als je moet vluchten voor de oorlog of bang moet zijn dat je hele familie afgeslacht wordt of dat die reeds is afgeslacht omdat die niet voldeed aan voorwaarden, zoals bijvoorbeeld het geloof. Dat is toch bizar. Het doet pijn als ik daaraan denk.

De vluchtelingen hebben tegenwoordig mobieltjes waar ze selfies mee maken. Iedereen heeft tegenwoordig een mobiel. Dat is niks bijzonders. Van grote groepen kinderen van nog geen jaar is dat zelfs hun vaste speelgoed. Dat is overal ter wereld zo. Helaas word er altijd gezocht naar een stok waarmee geslagen kan worden. Er wordt gezegd dat de vluchtelingen te goed gekleed zijn en dat ze mobieltjes hebben en dat ze de nieuwste soort gympen aanhebben. Onder hen zitten alle bevolkingslagen. De armen maar ook de rijken. Laag opgeleiden maar ook hoog opgeleiden, zoals artsen, psychologen en ingenieurs.

Ik heb met alle soorten mensen te doen. Allemaal mensen die stuk voor stuk hun eigen verhaal hebben. Maar vooral huis en haard hebben verlaten voor een ‘onbekende bestemming’. Probeer je dit even voor te stellen en te laten landen. Dan denk ik dat je heel anders de discussie in gaat. Die discussie in Nederland en alle andere landen waar de mensen naartoe vluchten. Ik lig er van wakker als ik weer kinderen zie die onder bizarre omstandigheden met hun ouders vaak lopend afstanden afleggen met nog wat spullen meegetorst van thuis. Waarschijnlijk in alle hectiek toch nog snel kunnen pakken.

Aan de vluchtelingen met kinderen wil ik dit zeggen: wat er ook om je heen gebeurt, welke discussie je ook oppikt uit de media, die vooral negatief is, trek je er niets van aan. Ik weet wat jullie doormaken. Jullie trauma is niet te zien maar is er wel of moet nog komen. Jullie kinderen horen onbezorgd op te groeien, overal ter wereld. Omdat zij de toekomst zijn. Waak over ze. Hoe moeilijk het ook is, blijf sterk.

Lita Gunther