We zijn weer thuis. Ruim op tijd om te kunnen genieten van één van de weinige dingen in Nederland die ons (bijna) allemaal bindt: het Nederlands elftal. Ik ben helemaal niet zo’n voetbalfanaat maar deze keer houdt het mij be hoorlijk bezig. Ik lees er nogal wat over en volg de Nederlandse wedstrijden allemaal. Als ‘we’ eerst tegen Spanje moeten spelen is de stemming nog erg negatief: ‘het zal wel niets worden’. En ja hoor, het eerste tegendoelpunt valt. We vinden dat Spanje een maatje te groot voor ons is. Wij keken naar die wedstrijd in Café Rubens op de Hoogstraat en namen nog maar een biertje. Als wij dan met 5-1 winnen is het ongeloof groot: ‘waren wij dat? Dat kan toch niet tegen dat sterke Spanje?’ Maar ondertussen winnen we ook van Australië en Chili en worden groepswinnaar. En dan afgelopen zondag tegen het grote Mexico. Ik zit met mijn familie op de Beestenmarkt in Delft. Mijn kleinkind Lizzy is één jaar geworden en dat wordt gevierd, maar om 17.45 uur lopen wij de trap af en staan op een volle Beestenmarkt. Bijna elke meter is terras.
Het hele plein is oranje gekleurd en vol mensen. Overal staan grote TV schermen. De sfeer is heel gemoedelijk. Ook al verliezen wij van Mexico en is dit onze laatste wedstrijd, dan is toch onze eer gered, want wij waren groeps winnaar en stuurden het grote Spanje naar huis. Maar in de eerste helft houden wij aardig stand en ik ga be seffen dat wij misschien nog wel een kans maken. Dat zou toch fantastisch zijn. Dan gaan wij nog zo’n wedstrijd zien, dan worden wij één van de 8 beste voetbalnaties, ons kleine kikker landje! Na de rust valt het tegendoelpunt en een berustend ‘ahhhh’ klinkt luid over het plein. ‘Ach, wat jammer’ hoor ik uit honderden kelen. Wij berusten al in ons noodlot, maar mijn dochters niet. Zij roepen: pa, je moet niet zo negatief doen, we gaan toch winnen en ze doen een overwinningsdans op het plein in hun oranje jurk jes. Maar als ze nog maar ongeveer 10 minuten te spelen hebben, slaat ook bij hen de twijfel toe. Het is jammer, het had zo mooi kunnen zijn. Maar dan gebeurt het. Ik heb net een nieuw (plastic) bekertje bier gehaald. Ik staar treurig naar het scherm en Sneijder schiet ons in de 88ste minuut naar de 1-1. Iedereen wordt gek van vreugde: ‘We leven nog! We leven nog! Er is nog hoop!’ Dat biertje heb ik nooit meer teruggezien. Dat zweeft nu rond de aarde. En dan, slechts enkele minuten voor het einde wordt het zelfs 2-1. Dus niet eens de gevreesde strafschoppen, we winnen gewoon! Wat een horrorscenario met een happy end. Ja, ik weet het, het gaat nergens over, maar het was een heerlijke avond!
recent commentaar